- Resorptie
- De opname van stoffen vanuit de darmwand naar het bloed of de lymfe.
- Darmepitheel
- De cellen die de binnenkant van de darm bekleden en betrokken zijn bij resorptie.
- Natriumkaliumpomp
- Een mechanisme dat natrium uit de cellen pompt en kalium naar binnen haalt, essentieel voor actief transport.
- Lactose intolerantie
- Een aandoening waarbij mensen diarree krijgen na het consumeren van melk vanwege het ontbreken van lactase.
- Actief transport
- Transport van stoffen door een membraan met gebruik van energie.
- Passief transport
- Transport van stoffen door een membraan zonder gebruik van energie.
- Dunne darm
- Het deel van het spijsverteringskanaal waar de meeste resorptie plaatsvindt.
- Diffusie
- De beweging van moleculen van een gebied met hoge concentratie naar een gebied met lage concentratie.
- Transporteiwitten
- Eiwitten die helpen bij het transport van stoffen door celmembranen.
- Poortader
- Een bloedvat dat bloed van de darmen naar de lever vervoert.
- Galzouten
- Stoffen die vetten emulgeren en helpen bij vetresorptie.
- Micellen
- Kleine vetdruppeltjes omgeven door galzouten die vetzuren naar de darmcellen transporteren.
- Triglycerides
- Vetten die in de darmcellen worden gevormd uit vetzuren en glycerol.
- Lipoproteïnen
- Complexen van vetten en eiwitten die vetten door het lichaam transporteren.
- Lactase
- Een enzym dat melksuikers afbreekt.