Wat is de relatieve brekingsindex?

Wat is de relatieve brekingsindex?

NaSkNaSk
NatuurkundeNatuurkunde

Wat is de relatieve brekingsindex?

Wat is de relatieve brekingsindex?

Antwoord van Ainstein

De relatieve brekingsindex is een belangrijke term in de optica, met name bij de brekingswet (ook wel de wet van Snellius genoemd). Het beschrijft de verhouding van de brekingsindices van twee verschillende stoffen wanneer licht van de ene stof naar de andere overgaat.

Als licht van stof 1 naar stof 2 gaat, wordt de relatieve brekingsindex van stof 1 naar stof 2 (vaak aangeduid als n12n_{1 \to 2} of n1,2n_{1,2}) als volgt berekend:

n12=n2n1n_{1 \to 2} = \frac{n_2}{n_1}

Hierbij is:

  • n1n_1 de absolute brekingsindex van stof 1.
  • n2n_2 de absolute brekingsindex van stof 2.

De relatieve brekingsindex kan ook worden uitgedrukt in termen van de hoeken van inval en breking:

n12=sin(θ1)sin(θ2)n_{1 \to 2} = \frac{\sin(\theta_1)}{\sin(\theta_2)}

Hierbij is:

  • θ1\theta_1 de hoek van inval (de hoek tussen de lichtstraal en de normaal in stof 1).
  • θ2\theta_2 de hoek van breking (de hoek tussen de gebroken lichtstraal en de normaal in stof 2).

De combinatie van deze formules geeft de volledige brekingswet:

n1sin(θ1)=n2sin(θ2)n_1 \cdot \sin(\theta_1) = n_2 \cdot \sin(\theta_2)

Deze wet helpt ons te begrijpen hoe licht van richting verandert wanneer het door verschillende materialen reist.

Voorbeeld: Stel, licht gaat van lucht (n1=1,00n_1 = 1,00) naar water (n2=1,33n_2 = 1,33). De relatieve brekingsindex van lucht naar water is dan:

nluchtwater=nwaternlucht=1,331,00=1,33n_{\text{lucht} \to \text{water}} = \frac{n_{\text{water}}}{n_{\text{lucht}}} = \frac{1,33}{1,00} = 1,33

Dit betekent dat de relatieve brekingsindex in dit geval 1,33 is. Als de hoek van inval in lucht bijvoorbeeld 30° is, kunnen we de hoek van breking in water berekenen met de brekingswet:

1,00sin(30)=1,33sin(θ2)1,00 \cdot \sin(30^\circ) = 1,33 \cdot \sin(\theta_2) 1,000,5=1,33sin(θ2)1,00 \cdot 0,5 = 1,33 \cdot \sin(\theta_2) 0,5=1,33sin(θ2)0,5 = 1,33 \cdot \sin(\theta_2) sin(θ2)=0,51,330,376\sin(\theta_2) = \frac{0,5}{1,33} \approx 0,376 θ2=arcsin(0,376)22,1\theta_2 = \arcsin(0,376) \approx 22,1^\circ

De lichtstraal buigt dus af naar de normaal toe, van 30° naar ongeveer 22,1°.

Wil je betere cijfers halen?
  • Extra uitleg en oefenen voor elk boek op school
  • Stel vragen en krijg direct antwoord
  • Video’s, samenvattingen, oefenen, AI-tutor, woordjes leren en examentraining