Hoe reken ik met breuken?
Hoe reken ik met breuken?
Hoe reken ik met breuken?
Antwoord van Ainstein
Een breuk is een deel van een geheel, waarbij het getal boven de streep de teller is (hoeveel delen je hebt) en het getal onder de streep de noemer is (in hoeveel gelijke delen het geheel is verdeeld). Bijvoorbeeld, in de breuk is 3 de teller en 4 de noemer, wat betekent dat je 3 van de 4 gelijke delen hebt.
Om met breuken te rekenen, zijn er verschillende bewerkingen die je kunt uitvoeren:
- Vereenvoudigen: Dit betekent dat je de teller en de noemer deelt door hetzelfde getal totdat ze geen gemeenschappelijke deler meer hebben (behalve 1). Bijvoorbeeld, kun je vereenvoudigen door zowel de teller als de noemer door 2 te delen, wat wordt.
- Gelijknamig maken: Dit is nodig als je breuken wilt optellen of aftrekken. Je zoekt het kleinste gemeenschappelijke veelvoud (KGV) van de noemers en maakt beide breuken zo dat ze diezelfde noemer hebben. Bijvoorbeeld, om en gelijknamig te maken, gebruik je 6 als KGV: en .
- Optellen en aftrekken: Nadat breuken gelijknamig zijn gemaakt, tel je de tellers bij elkaar op of trek je ze van elkaar af, terwijl de noemer hetzelfde blijft. Bijvoorbeeld, .
- Vermenigvuldigen: Je vermenigvuldigt de tellers met elkaar en de noemers met elkaar. Bijvoorbeeld, .
- Delen: Je vermenigvuldigt de eerste breuk met het omgekeerde van de tweede breuk. Het omgekeerde van een breuk krijg je door de teller en de noemer om te wisselen. Bijvoorbeeld, , wat vereenvoudigd is.
Elke bewerking heeft zijn eigen regels, en de rekenvolgorde (eerst haakjes, dan machten/wortels, dan vermenigvuldigen/delen, dan optellen/aftrekken) is altijd belangrijk om te volgen bij complexere opgaven.
Wil je betere cijfers halen?
- Extra uitleg en oefenen voor elk boek op school
- Stel vragen en krijg direct antwoord
- Video's, samenvattingen, oefenen, AI-tutor, woordjes leren en examentraining

Gerelateerde vragen
Vind antwoorden op vragen die gerelateerd zijn aan dit onderwerp.