- Zuur-base reactie
- Een chemische reactie waarbij een zuur een proton (H+) overdraagt aan een base.
- Calciumcarbonaat
- Een chemische verbinding met de formule CaCO3, vaak voorkomend in kalksteen.
- Zure regen
- Regen met een hoge concentratie aan zwavelzuur en salpeterzuur, vaak veroorzaakt door luchtvervuiling.
- Zwavelzuur
- Een sterk zuur met de formule H2SO4, dat protonen kan afstaan.
- Hydroxide-ion
- Een negatief geladen ion met de formule OH-, vaak voorkomend in basen.
- Oxide-ion
- Een negatief geladen ion met de formule O2-, dat kan reageren met zuren.
- Karbonate-ion
- Een ion met de formule CO3 2-, dat kan reageren met zuren om CO2 te vormen.
- Ammoniak
- Een verbinding met de formule NH3, die als base kan reageren met zuren.
- Salpetersuur
- Een sterk zuur met de formule HNO3, dat protonen kan afstaan.
- Zoutzuur
- Een sterk zuur met de formule HCl, dat in water H+ en Cl- ionen vormt.
- Azijnzuur
- Een zwak zuur met de formule CH3COOH, dat in water slechts gedeeltelijk ioniseert.
- Natronloog
- Een oplossing van natriumhydroxide (NaOH) in water, sterk basisch.
- Kaliumoxide
- Een ionische verbinding met de formule K2O, die met zuren kan reageren.
- Citroenzuur
- Een zwak organisch zuur met de formule C6H8O7, vaak gebruikt in voedingsmiddelen.
- Bakpoeder
- Een rijsmiddel dat vaak natriumbicarbonaat bevat, dat met zuren reageert om CO2 te vormen.