Hoe vervoeg je een werkwoord op -er in de passé composé?

Hoe vervoeg je een werkwoord op -er in de passé composé?

FransFrans

Hoe vervoeg je een werkwoord op -er in de passé composé?

Hoe vervoeg je een regelmatig werkwoord dat eindigt op -er, zoals 'parler', in de passé composé?

Antwoord van Ainstein

De passé composé is de voltooid verleden tijd in het Frans. Je maakt deze tijd met twee delen: een hulpwerkwoord en een voltooid deelwoord.

1. Het hulpwerkwoord Je gebruikt meestal 'avoir' (hebben) als hulpwerkwoord. Soms gebruik je 'être' (zijn), vooral bij werkwoorden die een beweging aangeven (zoals 'aller' - gaan, 'venir' - komen, 'partir' - vertrekken).

Hier zijn de vervoegingen van 'avoir' en 'être' in de tegenwoordige tijd, die je nodig hebt als hulpwerkwoord:

Avoir (hebben):

  • j'ai (ik heb)
  • tu as (jij hebt)
  • il/elle/on a (hij/zij/men heeft)
  • nous avons (wij hebben)
  • vous avez (jullie hebben)
  • ils/elles ont (zij hebben)

Être (zijn):

  • je suis (ik ben)
  • tu es (jij bent)
  • il/elle/on est (hij/zij/men is)
  • nous sommes (wij zijn)
  • vous êtes (jullie zijn)
  • ils/elles sont (zij zijn)

2. Het voltooid deelwoord van werkwoorden op -er Voor regelmatige werkwoorden die eindigen op -er, zoals 'parler' (praten), is het heel makkelijk om het voltooid deelwoord te vormen:

  • Je haalt de '-er' van het werkwoord af.
  • Je plakt er een 'é' achter.

Dus van 'parler' wordt het voltooid deelwoord 'parlé'.

Voorbeeld van vervoeging in de passé composé: Laten we 'parler' (praten) vervoegen in de passé composé. Omdat 'parler' geen beweging aangeeft, gebruiken we 'avoir' als hulpwerkwoord.

Persoonlijk voornaamwoordHulpwerkwoord (avoir)Voltooid deelwoord (parlé)VervoegingVertaling
Je (ik)aiparléJ'ai parléIk heb gepraat
Tu (jij)asparléTu as parléJij hebt gepraat
Il/Elle/On (hij/zij/men)aparléIl a parléHij heeft gepraat
Nous (wij)avonsparléNous avons parléWij hebben gepraat
Vous (jullie/u)avezparléVous avez parléJullie hebben gepraat
Ils/Elles (zij)ontparléIls ont parléZij hebben gepraat

Dit voorbeeld laat zien hoe je een regelmatig werkwoord op -er, zoals 'parler', in de passé composé vervoegt door het hulpwerkwoord 'avoir' te combineren met het voltooid deelwoord 'parlé'.

Wil je betere cijfers halen?
  • Extra uitleg en oefenen voor elk boek op school
  • Stel vragen en krijg direct antwoord
  • Video’s, samenvattingen, oefenen, AI-tutor, woordjes leren en examentraining