Hoe vervoeg je de Franse werkwoorden être, avoir en faire?
Hoe vervoeg je de Franse werkwoorden être, avoir en faire?
Hoe vervoeg je de Franse werkwoorden être, avoir en faire in de tegenwoordige tijd?
Antwoord van Ainstein
De werkwoorden 'être' (zijn), 'avoir' (hebben) en 'faire' (doen/maken) zijn drie van de meest gebruikte en belangrijkste onregelmatige werkwoorden in het Frans. Dit betekent dat ze niet de standaard vervoegingsregels volgen en je ze uit je hoofd moet leren.
Hieronder vind je de vervoegingen van deze werkwoorden in de tegenwoordige tijd (le présent):
1. Werkwoord 'être' (zijn)
- Je (ik): je suis
- Tu (jij): tu es
- Il/Elle/On (hij/zij/men): il/elle/on est
- Nous (wij): nous sommes
- Vous (jullie/u): vous êtes
- Ils/Elles (zij): ils/elles sont
Voorbeeldzinnen met 'être':
- Je suis élève. (Ik ben leerling.)
- Tu es grand. (Jij bent groot.)
- Elle est contente. (Zij is blij.)
- Nous sommes amis. (Wij zijn vrienden.)
- Vous êtes en retard. (U bent te laat.)
- Ils sont à l'école. (Zij zijn op school.)
2. Werkwoord 'avoir' (hebben)
- Je (ik): j'ai
- Tu (jij): tu as
- Il/Elle/On (hij/zij/men): il/elle/on a
- Nous (wij): nous avons
- Vous (jullie/u): vous avez
- Ils/Elles (zij): ils/elles ont
Voorbeeldzinnen met 'avoir':
- J'ai un livre. (Ik heb een boek.)
- Tu as faim. (Jij hebt honger.)
- Elle a vingt ans. (Zij is twintig jaar oud. 'Avoir' wordt ook gebruikt voor leeftijd.)
- Nous avons des devoirs. (Wij hebben huiswerk.)
- Vous avez raison. (U heeft gelijk.)
- Ils ont beaucoup d'amis. (Zij hebben veel vrienden.)
3. Werkwoord 'faire' (doen/maken)
- Je (ik): je fais
- Tu (jij): tu fais
- Il/Elle/On (hij/zij/men): il/elle/on fait
- Nous (wij): nous faisons
- Vous (jullie/u): vous faites
- Ils/Elles (zij): ils/elles font
Voorbeeldzinnen met 'faire':
- Je fais mes devoirs. (Ik maak mijn huiswerk.)
- Tu fais du sport. (Jij doet aan sport.)
- Il fait beau. (Het is mooi weer. 'Faire' wordt ook gebruikt voor het weer.)
- Nous faisons un gâteau. (Wij maken een taart.)
- Vous faites attention. (U let op.)
- Elles font la cuisine. (Zij koken.)
Het is belangrijk om deze werkwoorden goed te oefenen, omdat ze in veel Franse zinnen voorkomen.
- Extra uitleg en oefenen voor elk boek op school
- Stel vragen en krijg direct antwoord
- Video's, samenvattingen, oefenen, AI-tutor, woordjes leren en examentraining

Gerelateerde vragen
Vind antwoorden op vragen die gerelateerd zijn aan dit onderwerp.