Hoe leer je het werkwoord être?
Hoe leer je het werkwoord être?
Hoe leer je het werkwoord être?
Antwoord van Ainstein
Het werkwoord 'être' (zijn) is een van de belangrijkste en meest gebruikte werkwoorden in het Frans. Om 'être' goed te leren, is het handig om de vervoegingen per werkwoordstijd te bestuderen, zoals de tegenwoordige tijd (présent), de voltooid verleden tijd (passé composé) of de toekomende tijd (futur simple).
Hieronder vind je de vervoegingen van 'être' in de tegenwoordige tijd (présent):
- je suis (ik ben)
- tu es (jij bent)
- il/elle/on est (hij/zij/men is)
- nous sommes (wij zijn)
- vous êtes (jullie/u zijn)
- ils/elles sont (zij zijn)
Om dit te oefenen, kun je de volgende voorbeelden bekijken, die laten zien hoe 'être' in zinnen wordt gebruikt:
- Je suis content. (Ik ben blij.)
- Tu es grand. (Jij bent groot.)
- Il est étudiant. (Hij is student.)
- Nous sommes amis. (Wij zijn vrienden.)
- Vous êtes fatigués. (Jullie zijn moe.)
- Elles sont belles. (Zij zijn mooi.)
Door de vervoegingen te memoriseren en te oefenen met zinnen, leer je 'être' stap voor stap te beheersen in verschillende contexten.
Wil je betere cijfers halen?
- Extra uitleg en oefenen voor elk boek op school
- Stel vragen en krijg direct antwoord
- Video’s, samenvattingen, oefenen, AI-tutor, woordjes leren en examentraining

Gerelateerde vragen
Vind antwoorden op vragen die gerelateerd zijn aan dit onderwerp.
