- Kunststoffen
- Materialen die kunnen worden gevormd en gebruikt voor verschillende toepassingen, vaak gemaakt van polymeren.
- Thermoharders
- Polymeren die niet smelten bij verwarming vanwege crosslinks tussen de ketens.
- Thermoplasten
- Polymeren die smelten bij verwarming en geen crosslinks hebben tussen de ketens.
- Crosslinks
- Atoombindingen tussen polymeerketens die een netwerkstructuur vormen.
- Netwerkpolymeer
- Een polymeerstructuur met crosslinks die zorgt voor een stijve en onsmeltbare vorm.
- Polymerisatiegraad
- Het aantal herhaaleenheden in een polymeerketen, aangeduid met N.
- Weekmakers
- Stoffen met een lage molecuulmassa die worden toegevoegd aan polymeren om de flexibiliteit te verhogen.
- Polyester
- Een type polymeer dat esterbindingen bevat en gebruikt wordt in zowel harde als flexibele toepassingen.
- Van der Waals krachten
- Zwakke aantrekkingskrachten tussen moleculen die geen atoombindingen vormen.
- Isopreen
- Een monomeer dat gebruikt wordt om synthetisch rubber te maken, zoals autobanden.
- Additie polymerisatie
- Een chemisch proces waarbij monomeren worden samengevoegd tot een polymeer zonder bijproducten.
- Styreen
- Een monomeer dat kan worden gebruikt om thermoharders te maken door crosslinks te vormen.
- Zijketens
- Groepen atomen die aan de hoofdketen van een polymeer hangen en de eigenschappen beïnvloeden.
- Radicalen
- Reactieve deeltjes die een rol spelen in de polymerisatie en terminatie van ketens.
- Initiator
- Een stof die de polymerisatiereactie start door radicalen te vormen.