Nederlands
Aardrijkskunde
Arabisch
Bedrijfseconomie
Biologie
Brain skills
Chinees
Duits
Economie
Engels
Frans
Fries
Geschiedenis
Grieks
Italiaans
Japans
Latijn
Maatschappijleer
NaSk
NaSk1
NaSk2
Natuurkunde
Nederlands
Plannen en organiseren
Portugees
Russisch
Scheikunde
Spaans
Turks
Wiskunde
Wiskunde A
Wiskunde B
Boekenplank
Examentraining
Stel je vraag
Woordenlijsten
Meer
Nieuw
Woordenlijst
Stel je vraag
Blogs
Log in
Registreer je gratis
Leerboek
KERN · 2A VMBO-BASIS
Je hebt dit boek nog niet toegevoegd aan je boeken. Wil je het boek toevoegen?
Voeg toe aan mijn boeken
Overzicht
Mijn boeken
Begrijpend Lezen
1 Hoe zitten veel teksten in elkaar?
2 Hoe lees je globaal?
3 Hoe lees je zoekend?
9 Hoe lees je nauwkeurig?
10 Hoe lees je studerend?
11 Hoe vind je het onderwerp van een tekst?
17 Hoe lees je een krant of tijdschrift?
18 Hoe herken je oorzaak-gevolg verbanden?
19 Hoe herken je doel-middel verbanden?
25 Hoe zie je alinea verbanden in een tekst?
26 Hoe herken je verschillende soorten inleidingen?
27 Hoe herken je verschillende soorten afsluitingen?
33 Hoe herken je reclames en advertenties?
34 Hoe herken je opsommingen in een tekst?
35 Hoe herken je tegenstellingen in een tekst?
Bekijk hoofdstuk
Fictie Lezen
4 Hoe weet je of een verhaal waargebeurd of verzonnen is?
12 Hoe herken je verschillende personen in een verhaal?
20 Hoe kan het verteltempo een verhaal spannend maken?
28 Hoe kan de plot een verhaal spannend maken?
36 Hoe gebruikt een schrijver humor in verhalen?
Bekijk hoofdstuk
Spelling / Grammatica
5 Hoe gebruik je hoofdletters?
6 Hoe schrijf je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd? (deel 1)
13 Hoe schrijf je woorden uit het Engels, Frans en Duits?
14 Hoe schrijf je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd? (deel 2)
21 Hoe schrijf je een woord met lange en korte klanken?
22 Hoe schrijf je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd? (deel 3)
29 Hoe schrijf je meervoudsvormen?
30 Hoe schrijf je de persoonsvorm in de verleden tijd? (deel 1)
37 Hoe schrijf je bijvoeglijke naamwoorden?
38 Hoe schrijf je de persoonsvorm in de verleden tijd? (deel 2)
Bekijk hoofdstuk
Spreken / Luisteren
7 Hoe vertel je over een gebeurtenis of ervaring?
15 Hoe houd je een presentatie?
23 Hoe luister je naar uitleg en stel je vragen?
31 Hoe beantwoord je vragen?
39 Hoe vraag je informatie en advies via de telefoon?
Bekijk hoofdstuk
Schrijven
8 Hoe schrijf je een uitnodiging?
16 Hoe bedank je mensen in formele en informele situaties?
24 Hoe maak je aantekeningen?
32 Hoe schrijf je een advertentie?
40 Hoe vraag je schriftelijk om informatie?
Bekijk hoofdstuk
14 Hoe schrijf je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd? (deel 2)
Afvinken
Delen
Overzicht
Lessen
Woordenlijsten
Overzicht
Lessen
Woordenlijsten
Spelling
Werkwoordspelling persoonsvorm
Deze les bevat ook informatie voor 4 andere paragrafen
9 min
samenvatting
3 opgaven
Geen taken beschikbaar
Stel je vraag
