Nederlands
Aardrijkskunde
Arabisch
Bedrijfseconomie
Biologie
Brain skills
Chinees
Duits
Economie
Engels
Frans
Fries
Geschiedenis
Grieks
Italiaans
Japans
Latijn
Maatschappijleer
NaSk
NaSk1
NaSk2
Natuurkunde
Nederlands
Plannen en organiseren
Portugees
Russisch
Scheikunde
Spaans
Turks
Wiskunde
Wiskunde A
Wiskunde B
Boekenplank
Examentraining
Stel je vraag
Woordenlijsten
Meer
Nieuw
Woordenlijst
Stel je vraag
Blogs
Log in
Registreer je gratis
KERN NEDERLANDS VOOR VMBO-BASIS DEEL 1-A
KERN · Vmbo basis 1
Je hebt dit boek nog niet toegevoegd aan je boeken. Wil je het boek toevoegen?
Voeg toe aan mijn boeken
Overzicht
Mijn boeken
1 BEGRIJPEND LEZEN
1 Hoe weet je snel waar een tekst over gaat?
2 Hoe weet je snel wat de opbouw van een tekst is?
Bekijk hoofdstuk
2 FICTIE LEZEN
3 Hoe herken je verschillende soorten boeken?
Bekijk hoofdstuk
3 SPELLING/GRAMMATICA
4 Hoe herken je vormen van werkwoorden?
5 Hoe herken je de persoonsvorm en het onderwerp?
6 Hoe schrijf je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd?
Bekijk hoofdstuk
4 SPREKEN/LUISTEREN
7 Hoe stel je jezelf voor?
Bekijk hoofdstuk
5 SCHRIJVEN
8 Hoe schrijf je een bericht?
Bekijk hoofdstuk
6 BEGRIJPEND LEZEN
9 Hoe zoek je de belangrijkste informatie in een tekst?
10 Hoe lees je een tekst in vijf stappen?
Bekijk hoofdstuk
7 FICTIE LEZEN
11 Hoe zoek je leuke boeken?
Bekijk hoofdstuk
8 SPELLING/GRAMMATICA
12 Hoe herken je zelfstandige naamwoorden?
13 Hoe schrijf je bijvoeglijke naamwoorden?
14 Hoe schrijf je de trappen van vergelijking?
Bekijk hoofdstuk
9 SPREKEN/LUISTEREN
15 Hoe luister je goed naar een ander?
Bekijk hoofdstuk
10 SCHRIJVEN
16 Hoe gebruik je hoofdletters en leestekens?
Bekijk hoofdstuk
11 BEGRIJPEND LEZEN
17 Hoe lees je een lange tekst in één minuut?
18 Hoe zoek je interessant nieuws?
Bekijk hoofdstuk
12 FICTIE LEZEN
19 Hoe herken je de hoofdpersoon in een verhaal?
Bekijk hoofdstuk
13 SPELLING/GRAMMATICA
20 Hoe schrijf je zwakke werkwoorden in de verleden tijd?
21 Hoe schrijf je sterke werkwoorden in de verleden tijd?
22 Hoe schrijf je een voltooid deelwoord?
Bekijk hoofdstuk
14 SPREKEN/LUISTEREN
23 Hoe zorg je dat je goed verstaanbaar bent?
Bekijk hoofdstuk
15 SCHRIJVEN
24 Hoe beantwoord je vragen en opdrachten op school?
Bekijk hoofdstuk
16 BEGRIJPEND LEZEN
25 Hoe herken je hoofdzaken en bijzaken in een tekst?
26 Hoe vat je een schooltekst samen?
Bekijk hoofdstuk
17 FICTIE LEZEN
27 Hoe herken je bijfiguren in een verhaal?
Bekijk hoofdstuk
18 SPELLING/GRAMMATICA
28 Hoe schrijf je meervoudsvormen met -s en -'s?
29 Hoe schrijf je meervoudsvormen met -n en -en?
30 Hoe schrijf je bijzondere meervoudsvormen?
Bekijk hoofdstuk
19 SPREKEN/LUISTEREN
31 Hoe voer je een gesprek?
Bekijk hoofdstuk
20 SCHRIJVEN
32 Hoe maak je goede zinnen?
Bekijk hoofdstuk
21 BEGRIJPEND LEZEN
33 Hoe lees je een tekst met moeilijke woorden?
34 Hoe lees je een tekst met moeilijke zinnen?
Bekijk hoofdstuk
22 FICTIE LEZEN
35 Hoe zorgt het vertelperspectief voor spanning?
Bekijk hoofdstuk
23 SPELLING/GRAMMATICA
36 Hoe weet je of de persoonsvorm eindigt op -d, -t of -dt?
37 Hoe gebruik je hulpwerkwoorden?
38 Hoe schrijf je lastige werkwoorden in de verleden tijd?
Bekijk hoofdstuk
24 SPREKEN/LUISTEREN
39 Hoe vraag je informatie en advies?
Bekijk hoofdstuk
25 SCHRIJVEN
40 Hoe schrijf je een formele e-mail?
Bekijk hoofdstuk
1.2 Hoe weet je snel wat de opbouw van een tekst is?
Afvinken
Delen
Overzicht
Lessen
Woordenlijsten
Overzicht
Lessen
Woordenlijsten
Mijn woordenlijsten
Je hebt nog geen woordenlijsten gemaakt voor deze paragraaf.
Nieuwe woordenlijst
Stel je vraag