Frans
  • Aardrijkskunde
  • Arabisch
  • Bedrijfseconomie
  • Biologie
  • Brain skills
  • Chinees
  • Duits
  • Economie
  • Engels
  • Frans
  • Fries
  • Geschiedenis
  • Grieks
  • Italiaans
  • Japans
  • Latijn
  • Maatschappijleer
  • NaSk
  • NaSk1
  • NaSk2
  • Natuurkunde
  • Nederlands
  • Plannen en organiseren
  • Portugees
  • Russisch
  • Scheikunde
  • Spaans
  • Turks
  • Wiskunde
  • Wiskunde A
  • Wiskunde B
Boekenplank
Examentraining
Stel je vraag
Woordenlijsten
Meer
  • Woordenlijst
  • Stel je vraag
  • Blogs
  • Log in
MANUEL
LIBRE SERVICE · HAVO 4/5 - VWO 4/5/6
Je hebt dit boek nog niet toegevoegd aan je boeken. Wil je het boek toevoegen?
Overzicht
Mijn boeken
  • STRATÉGIES DE LECTURE POUR L'EXAMEN
    • 1 Hoofdgedachte
    • 2 Tekstverbanden
    • 3 Woorden kennen
    • 4 Voorbeelden
    • 5 Specialist aan het woord
    • 6 Gatentekst
    • 7 Meningen scannen
    • 8 Scannen met zoektermen
    • 9 Toon van de tekst
    • 10 Veelgestelde vragen
    Bekijk hoofdstuk
  • STRATÉGIES D'ÉCOUTE POUR L'EXAMEN
    • 1 De beste aanpak
    • 2 Effectief luisteren en kijken
    • 3 Perceptief luisteren
    • 4 Toetsen met meerkeuzevragen
    • 5 Wat kun je verder doen?
    Bekijk hoofdstuk
  • CONVENTIONS DE CORRESPONDANCE
    • 1 Informele en formele taal
    • 2 Informele brieven en e-mails
    • 3 Formele brieven en e-mails
    Bekijk hoofdstuk
  • PHRASES PRATIQUES
    • 1 Groeten en afscheid nemen
    • 2 Jezelf voorstellen
    • 3 Bedanken
    • 4 Feliciteren / wensen
    • 5 Zeggen wat je wilt of leuk vindt
    • 6 Uitnodigen en afspraken maken
    • 7 Telefoneren
    • 8 Informatie vragen en geven
    • 9 De weg vragen / wijzen
    • 10 Om hulp vragen en hulp aanbieden
    • 11 Om een mening vragen en je mening geven
    • 12 Advies vragen en geven
    • 13 Iets bestellen, reserveren of kopen
    • 14 Toestemming vragen en geven
    • 15 Zich verontschuldigen en reageren op een verontschuldiging
    • 16 Beloven, eisen en verzoeken
    • 17 Zekerheid en twijfel uitdrukken
    • 18 (On)mogelijkheid uitdrukken
    • 19 Verbieden en waarschuwen
    • 20 Emoties uiten
    • 21 Strategieën
    Bekijk hoofdstuk
  • STRATÉGIES: UTILISER LE DICTIONNAIRE
    • 1 Woordsoort en context
    • 2 Verbindingswoorden en voorzetsels
    • 3 Uitdrukkingen
    Bekijk hoofdstuk
  • CHAPITRE 1 HET LIDWOORD
    • 1 Het onbepaald lidwoord: un, une, des
    • 2 Het bepaald lidwoord: le, la, l', les
    • 3 Samentrekkingen
    • 4 Bijzonderheden rond het bepaald lidwoord
    • 5 Het delend lidwoord: du, de la, de l', des
    • 6 Soms verandert het delend lidwoord in de/d'
    • 7 Soms geen lidwoord of delend lidwoord
    • 8 Landennamen met lidwoord
    Bekijk hoofdstuk
  • CHAPITRE 2 HET ZELFSTANDIG NAAMWOORD
    • 1 Van mannelijk naar vrouwelijk
    • 2 Van enkelvoud naar meervoud
    Bekijk hoofdstuk
  • CHAPITRE 3 HET BIJVOEGLIJK NAAMWOORD
    • 1 Mannelijk enkelvoud
    • 2 Vrouwelijk enkelvoud
    • 3 Mannelijk en vrouwelijk meervoud
    • 4 Bel, nouvel, vieil
    • 5 De plaats van het bijvoeglijk naamwoord
    • 6 Het bijvoeglijk naamwoord van landennamen
    Bekijk hoofdstuk
  • CHAPITRE 4 HET BIJWOORD
    • 1 Het gebruik van het bijwoord
    • 2 De vorming van het bijwoord
    • 3 Afwijkende vormen
    • 4 Onregelmatige vormen
    • 5 Uitdrukkingen met bijvoeglijk naamwoord
    Bekijk hoofdstuk
  • CHAPITRE 5 DE TRAPPEN VAN VERGELIJKING
    • 1 De vergrotende trap (comparatif)
    • 2 De overtreffende trap (superlatif)
    • 3 De plaats van de vergrotende en overtreffende trap
    • 4 Goed, beter, best
    • 5 Andere vergelijkingen
    Bekijk hoofdstuk
  • CHAPITRE 6 GETALLEN
    • 1 Hoofdtelwoorden
    • 2 Rangtelwoorden
    • 3 Datum
    • 4 Breuken
    • 5 Kloktijden
    Bekijk hoofdstuk
  • CHAPITRE 7 HET PERSOONLIJK VOORNAAMWOORD
    • 1 Onderwerp
    • 2 Lijdend voorwerp
    • 3 Meewerkend voorwerp
    • 4 Nadruk
    • 5 Y, en
    • 6 De plaats van het persoonlijk voornaamwoord
    • 7 De volgorde bij meerdere persoonlijke voornaamwoorden
    Bekijk hoofdstuk
  • CHAPITRE 8 HET BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD
    • 1 Bijvoeglijk gebruikt
    • 2 Zelfstandig gebruikt
    Bekijk hoofdstuk
  • CHAPITRE 9 HET AANWIJZEND VOORNAAMWOORD
    • 1 Aanwijzend voornaamwoord + zelfstandig voornaamwoord
    • 2 Dichtbij, ver weg
    • 3 Zelfstandig gebruikt
    • 4 Cela, ça, ceci
    Bekijk hoofdstuk
  • CHAPITRE 10 HET BETREKKELIJK VOORNAAMWOORD
    • 1 Als onderwerp of lijdend voorwerp
    • 2 Met voorzetsel
    • 3 Bijzonderheden met voorzetsels
    • 4 'Wat' als betrekkelijk voornaamwoord
    Bekijk hoofdstuk
  • CHAPITRE 11 HET VRAGEND VOORNAAMWOORD
    • 1 Vraagwoorden en vraagzinnen
    • 2 Wie
    • 3 Welk(e)
    • 4 'Wat' + is / zijn
    • 5 'Wat' als onderwerp, lijdend voorwerp of met voorzetsel
    Bekijk hoofdstuk
  • CHAPITRE 12 HET ONBEPAALD VOORNAAMWOORD
    • 1 Iets, iemand
    • 2 Enkele(n)
    • 3 Elk(e), ieder(e)
    • 4 Tout
    Bekijk hoofdstuk
  • CHAPITRE 13 DE WOORDVOLGORDE
    • 1 Niet-vragende zin
    • 2 Vragende zin
    • 3 Klemtoonconstructie
    Bekijk hoofdstuk
  • CHAPITRE 14 DE ONTKENNINGEN
    • 1 Ontkenningen bestaan uit twee delen
    • 2 De plaats van de ontkenning in de zin
    • 3 Bijzonderheden
    Bekijk hoofdstuk
  • CHAPITRE 15 VERBINDINGSWOORDEN
    • Verbindingswoorden
    Bekijk hoofdstuk
  • CHAPITRE 16 VOORZETSELS
    • Voorzetsels
    Bekijk hoofdstuk
  • CHAPITRE 17 DE WEDERKERENDE WERKWOORDEN
    • 1 De plaats van het wederkerend voornaamwoord
    • 2 De voltooide tijd
    • 3 Wederkerige werkwoorden
    Bekijk hoofdstuk
  • CHAPITRE 18 DE ONPERSOONLIJKE WERKWOORDEN
    • 1 Weer
    • 2 Tijd
    • 3 Il y a
    • 4 Moeten, nodig hebben
    • 5 Andere onpersoonlijke werkwoorden
    Bekijk hoofdstuk
  • CHAPITRE 19 DE LIJDENDE VORM
    • 1 Van bedrijvend naar lijdend
    • 2 Tijden
    Bekijk hoofdstuk
  • CHAPITRE 20 HET VOORZETSEL BIJ WERKWOORDEN
    • 1 Werkwoord + infinitief (zonder voorzetsel)
    • 2 Werkwoord + de + infinitief
    • 3 Werkwoord + à + infinitief
    Bekijk hoofdstuk
  • CHAPITRE 21 DE TIJDEN EN WIJZEN VAN HET WERKWOORD
    • 1 Présent (tegenwoordige tijd)
    • 2 Imparfait (onvoltooid verleden tijd)
    • 3 Passé composé (voltooid tegenwoordige tijd)
    • 4 Passé simple
    • 5 Passé récent (recente verleden)
    • 6 Futur (toekomende tijd)
    • 7 Futur proche (nabije toekomst)
    • 8 Futur du passé (zou, zouden)
    • 9 Participe présent, gérondif (onvoltooid deelwoord)
    • 10 Impératif (gebiedende wijs)
    • 11 Subjonctif (aanvoegende wijs)
    • 12 Werkwoordschema's van de regelmatige werkwoorden
    • 13 Bijzonderheden bij de werkwoorden op -er
    Bekijk hoofdstuk
  • CHAPITRE 22 ONREGELMATIGE WERKWOORDEN: OVERZICHT EN SCHEMA'S
    • Onregelmatige werkwoorden
    Bekijk hoofdstuk

1 Weer

    Overzicht
    Lessen
    Woordenlijsten
OverzichtLessenWoordenlijsten

Mijn woordenlijsten

Je hebt nog geen woordenlijsten gemaakt voor deze paragraaf.

JoJoschool woordenlijsten

Frans - LIBRE SERVICE 2023 - HV BB - Weer

8 woorden
Home
Leren
Zoeken
Log in
Haal betere cijfers voor al je vakkenProbeer JoJoschool gratis uit!