- Ruil over de tijd
- Het uitstellen of vervroegen van consumptie
- Prijs van de tijd
- Rente
- Zekerheidsmotief
- Sparen uit voorzorg voor onzekere voorvallen
- Doelmotief
- Sparen met een specifiek doel voor ogen
- Vermogensmotief
- Sparen voor rente
- Consumptief krediet
- Geldleningen voor de aanschaf van consumptiegoederen
- Hypothecaire lening
- Lening met onroerend goed als onderpand
- Annuïteitenhypotheek
- Hypotheekvorm waarbij een vast bedrag gedurende de looptijd wordt betaald
- Lineaire hypotheek
- Hypotheekvorm met constante aflossing en dalende rentelasten
- Aflossingsvrije hypotheek
- Hypotheekvorm waarbij alleen rente wordt betaald
- Levenshypotheek
- Hypotheekvorm waarbij premie wordt betaald en belegd op vermogensmarkten
- Individuele prijs van tijd
- Fictief bedrag dat men bereid is te betalen voor tijd
- Tijdsvoorkeur
- Mate waarin men uitgaven kan uitstellen
- Vermogensmarkt
- Markt voor vraag en aanbod van vermogenstitels
- Kapitaalmarkt
- Vraag en aanbod van vermogenstitels met looptijd langer dan 1 jaar
- Geldmarkt
- Vraag en aanbod van vermogenstitels met looptijd korter dan 1 jaar