- DNA replicatie
- Het proces waarbij DNA wordt verdubbeld voor celdeling.
- DNA polymerase
- Een enzym dat nucleotiden aan elkaar bindt tijdens DNA replicatie.
- Leidende streng
- De DNA streng die continu wordt gesynthetiseerd tijdens replicatie.
- Volgende streng
- De DNA streng die in fragmenten wordt gesynthetiseerd tijdens replicatie.
- Okazaki fragmenten
- Kleine stukjes DNA die worden gesynthetiseerd op de volgende streng.
- Enzymen
- Eiwitten die chemische reacties versnellen, zoals DNA replicatie.
- Telomeren
- Repetitieve DNA-sequenties aan het einde van een chromosoom.
- S-fase
- De fase in de celcyclus waarin DNA synthese plaatsvindt.
- Semi-conservatief
- Een manier van DNA replicatie waarbij elke nieuwe DNA-molecule één oude en één nieuwe streng bevat.
- Centromeer
- Het deel van een chromosoom waar de chromatiden aan elkaar verbonden zijn.
- Mitose
- Het proces van celdeling waarbij twee identieke dochtercellen worden gevormd.
- Nucleotiden
- De bouwstenen van DNA, bestaande uit een suiker, een fosfaatgroep en een stikstofbase.
- Proeflezen
- Het proces waarbij fouten in nieuw gesynthetiseerd DNA worden gecorrigeerd.
- Helicase
- Een enzym dat de dubbele helix van DNA opent tijdens replicatie.
- Ligase
- Een enzym dat Okazaki fragmenten aan elkaar plakt.
- Primase
- Een enzym dat een korte RNA-primer maakt voor DNA replicatie.
- Telomerase
- Een enzym dat telomeren verlengt om chromosoomverkorting te voorkomen.