- Biologie
- De studie van levende organismen en hun interacties met elkaar en hun omgeving.
- Emergente eigenschap
- Eigenschappen die op een hoger niveau zichtbaar worden, maar niet op een lager niveau.
- Concept-context methode
- Een leermethode waarbij een concept in verschillende contexten wordt gebruikt.
- Levensverschijnselen
- Kenmerken die aangeven dat een organisme leeft, zoals ademen, voortplanten en stofwisseling.
- Levensloop
- De reeks van stadia die een individu doorloopt van geboorte tot dood.
- Levenscyclus
- De reeks van stadia die een soort doorloopt, die doorgaans niet eindigt.
- Bio-informatica
- Een interdisciplinair vakgebied dat biologie en informatica combineert.
- Biofisica
- Een vakgebied dat natuurkunde toepast op biologische systemen.
- Biochemie
- De studie van chemische processen binnen en gerelateerd aan levende organismen.
- Populatiegenetica
- De studie van genetische variatie binnen populaties en hoe deze variaties veranderen.
- Abiotische factoren
- Niet-levende omgevingsfactoren die invloed hebben op organismen.
- Biotische factoren
- Levende omgevingsfactoren die invloed hebben op organismen.
- Ecosysteem
- Een gemeenschap van levende organismen en hun niet-levende omgeving die als een systeem functioneren.
- Biosfeer
- Het wereldwijde ecosysteem, de som van alle ecosystemen op aarde.
- Ecosysteem engineer
- Organismen die de structuur van een ecosysteem veranderen.