- Biobrandstoffen
- Brandstoffen gemaakt van biologische materialen zoals suikerriet of hout.
- Biodiversiteit
- De variëteit aan plant- en diersoorten in een bepaald gebied.
- Biomassa
- Organisch materiaal dat kan worden gebruikt als brandstof.
- Delfstoffen
- Natuurlijke hulpbronnen die uit de grond worden gewonnen, zoals fossiele brandstoffen en metalen.
- Draagkracht
- De capaciteit van een gebied om leven te ondersteunen zonder schade aan te richten.
- Duurzaamheid
- Het principe dat toekomstige generaties niet worden benadeeld door het huidige gebruik van hulpbronnen.
- Duurzame energie
- Energie uit bronnen die niet opraken, zoals waterkracht en biobrandstoffen.
- Erosie
- Het proces waarbij grond en gesteente door wind, water of ijs worden verplaatst.
- Ertsvorming
- Het proces waarbij metalen in de bodem worden gevormd door hitte en druk.
- Evapotranspiratie
- De verdamping van water uit de bodem en via planten.
- Fossiele brandstoffen
- Brandstoffen zoals aardolie, aardgas en steenkool die uit organische resten zijn ontstaan.
- Grondgebruik
- De manier waarop land wordt gebruikt, bijvoorbeeld voor landbouw of mijnbouw.
- Hydroelektrische energie
- Energie opgewekt door waterkrachtcentrales.
- Landdegradatie
- Het proces waarbij de kwaliteit van de bodem achteruitgaat.
- Metamorf gesteente
- Gesteente dat is veranderd door druk en hitte.
- Monocultuur
- Landbouwmethode waarbij één gewas op grote schaal wordt verbouwd.
- Natuurlijke hulpbronnen
- Materialen of stoffen die in de natuur voorkomen en economisch nuttig zijn.
- Sedimentair gesteente
- Gesteente dat ontstaat door ophoping en verharding van sedimenten.
- Thermische energiecentrales
- Energiecentrales die werken op fossiele brandstoffen zoals aardolie of steenkool.
- Verwering
- Het proces waarbij gesteente afbreekt door invloeden van het weer.