Wat is het effect van concentratie op reactiesnelheid?

Wat is het effect van concentratie op reactiesnelheid?

ScheikundeScheikunde

Wat is het effect van concentratie op reactiesnelheid?

Wat is het effect van concentratie op de reactiesnelheid en hoe bereken je dit?

Antwoord van Ainstein

De reactiesnelheid is de snelheid waarmee beginstoffen worden omgezet in reactieproducten. Deze snelheid is afhankelijk van verschillende factoren, waaronder de concentraties van de beginstoffen.

Voor een algemene reactie: aA+bBcC+dDaA + bB \rightarrow cC + dD

De reactiesnelheid (SS) kan worden uitgedrukt als: S=k[A]x[B]yS = k \cdot [A]^x \cdot [B]^y

Hierin is:

  • SS de reactiesnelheid.
  • kk de reactiesnelheidsconstante, een waarde die aangeeft hoe snel een reactie bij een bepaalde temperatuur verloopt, onafhankelijk van de concentraties.
  • [A][A] en [B][B] de concentraties van de beginstoffen A en B.
  • xx en yy de reactieordes voor respectievelijk stof A en stof B. Dit zijn experimenteel bepaalde exponenten die aangeven hoe sterk de reactiesnelheid afhangt van de concentratie van die specifieke stof. Ze zijn niet noodzakelijk gelijk aan de stoichiometrische coëfficiënten (aa en bb) in de reactievergelijking.

Voorbeeld: Neem de reactie waarbij stikstofdioxide (NO2NO_2) wordt gevormd uit stikstofmonoxide (NONO) en zuurstof (O2O_2): 2NO+O22NO22 NO + O_2 \rightarrow 2 NO_2

De reactiesnelheid (SS) voor deze specifieke reactie is experimenteel bepaald als: S=k[NO]2[O2]1S = k \cdot [NO]^2 \cdot [O_2]^1

Dit betekent dat:

  • De reactieorde voor NONO is 2. Als de concentratie van NONO verdubbelt, terwijl de concentratie van O2O_2 constant blijft, wordt de reactiesnelheid 22=42^2 = 4 keer zo groot.
  • De reactieorde voor O2O_2 is 1. Als de concentratie van O2O_2 verdubbelt, terwijl de concentratie van NONO constant blijft, wordt de reactiesnelheid 21=22^1 = 2 keer zo groot.

Scenario-voorbeeld: Stel, je voert een experiment uit naar de vorming van stikstofdioxide uit stikstofmonoxide en zuurstof. Tussen meting 1.1 en meting 1.3 wordt de concentratie van stikstofmonoxide (NONO) verdubbeld, terwijl de concentratie zuurstof (O2O_2) constant wordt gehouden.

Volgens de snelheidsvergelijking S=k[NO]2[O2]1S = k \cdot [NO]^2 \cdot [O_2]^1: Als [NO][NO] verdubbelt (bijvoorbeeld van XX naar 2X2X) en [O2][O_2] constant blijft, dan wordt de nieuwe snelheid: Snieuw=k(2X)2[O2]1=k4X2[O2]1=4(kX2[O2]1)=4SoudS_{nieuw} = k \cdot (2X)^2 \cdot [O_2]^1 = k \cdot 4X^2 \cdot [O_2]^1 = 4 \cdot (k \cdot X^2 \cdot [O_2]^1) = 4 \cdot S_{oud}

De reactiesnelheid zal dus 4 keer zo groot worden. Dit komt doordat de reactieorde voor NONO gelijk is aan 2, wat betekent dat de snelheid kwadratisch afhankelijk is van de concentratie van NONO.

Wil je betere cijfers halen?
  • Extra uitleg en oefenen voor elk boek op school
  • Stel vragen en krijg direct antwoord
  • Video's, samenvattingen, oefenen, AI-tutor, woordjes leren en examentraining