Wat is de collectieve vraag en hoe teken je een vraaglijn?

Wat is de collectieve vraag en hoe teken je een vraaglijn?

BedrijfseconomieBedrijfseconomie
EconomieEconomie

Wat is de collectieve vraag en hoe teken je een vraaglijn?

Wat is de collectieve vraag en hoe teken je een vraaglijn?

Antwoord van Ainstein

De collectieve vraag, ook wel de collectieve vraagcurve of collectieve vraaglijn genoemd, geeft het verband aan tussen de prijs van een product en de totale gevraagde hoeveelheid van dat product door alle gezamenlijke kopers. Het is dus de optelsom van de individuele vraag van alle consumenten naar één specifiek product bij verschillende prijzen.

Hoe ontstaat de collectieve vraag?

Stel je voor dat we kijken naar de vraag naar een bepaald type koptelefoon. De collectieve vraag ontstaat door de individuele vraag van elke consument bij elkaar op te tellen voor elk prijsniveau.

Voorbeeld met individuele vragen:

Laten we drie consumenten nemen: Anna, Bas en Chris. Ze hebben allemaal een verschillende bereidheid om de koptelefoon te kopen bij verschillende prijzen.

Prijs (€)Vraag Anna (Qv Anna)Vraag Bas (Qv Bas)Vraag Chris (Qv Chris)Collectieve Vraag (Qv Totaal)
1000000
801001
601102
401113
202114

In dit voorbeeld zie je dat bij een hogere prijs de individuele vraag lager is, en daardoor ook de collectieve vraag. Hoe lager de prijs, hoe meer mensen bereid zijn de koptelefoon te kopen, of hoe meer exemplaren de individuele consumenten willen kopen.

Hoe teken je een collectieve vraaglijn?

Om de collectieve vraaglijn te tekenen, gebruik je de prijs (P) en de bijbehorende collectieve vraag (Qv).

  1. Teken een assenstelsel:

    • Zet de prijs (P) op de verticale as (y-as).
    • Zet de gevraagde hoeveelheid (Qv) op de horizontale as (x-as).
    • Benoem de assen duidelijk met 'P' en 'Qv' en de juiste eenheden (bijvoorbeeld € en 'aantal').
  2. Plot de punten:

    • Gebruik de gegevens uit de tabel (of een afgeleide vraagfunctie) om coördinaten te bepalen. Een coördinaat is altijd (Qv, P).
    • Voor elk prijsniveau plot je de bijbehorende collectieve vraag als een stip in het assenstelsel. Bijvoorbeeld, uit de tabel hierboven: plot (1, 80), (2, 60), (3, 40), enzovoort.
  3. Verbind de punten:

    • Trek een rechte lijn door de geplotte punten. Deze lijn is de collectieve vraaglijn.
    • Een kenmerk van een vraaglijn is dat deze een dalend verloop heeft. Dit betekent dat bij een hogere prijs de gevraagde hoeveelheid lager is, en bij een lagere prijs de gevraagde hoeveelheid hoger is.

Voorbeeld van tekenen met een vraagfunctie: Soms krijg je geen tabel, maar twee punten waaruit je zelf een vraagfunctie moet afleiden. Stel dat een bedrijf weet dat bij een prijs van €125 er 90 mensen een product kopen, en bij €160 zijn dat 70 mensen.

  1. Vraagfunctie opstellen:

    • Bereken de richtingscoëfficiënt (aa): a=ΔQvΔP=7090160125=20350.57a = \frac{\Delta Qv}{\Delta P} = \frac{70 - 90}{160 - 125} = \frac{-20}{35} \approx -0.57.
    • Bereken de constante (bb): Gebruik Qv=aP+bQv = aP + b. Vul een punt in, bijvoorbeeld (P=125,Qv=90)(P=125, Qv=90): 90=0.57×125+b    90=71.25+b    b=161.2590 = -0.57 \times 125 + b \implies 90 = -71.25 + b \implies b = 161.25.
    • De vraagfunctie is dus: Qv=0.57P+161.25Qv = -0.57P + 161.25.
  2. Punten kiezen om te tekenen:

    • Snijpunt met de Qv-as (P=0): Qv=0.57×0+161.25=161.25Qv = -0.57 \times 0 + 161.25 = 161.25. Punt: (161.25,0)(161.25, 0).

    • Snijpunt met de P-as (Qv=0): 0=0.57P+161.25    0.57P=161.25    P282.890 = -0.57P + 161.25 \implies 0.57P = 161.25 \implies P \approx 282.89. Punt: (0,282.89)(0, 282.89).

    • Aandachtspunt: Als de schaal van je grafiek beperkt is (bijvoorbeeld x-as tot 100, y-as tot 200), vallen de snijpunten met de assen mogelijk buiten je grafiek. Kies dan twee andere punten die wel binnen je schaal passen. Bijvoorbeeld:

      • Als Qv=100Qv=100: 100=0.57P+161.25    0.57P=61.25    P107.46100 = -0.57P + 161.25 \implies 0.57P = 61.25 \implies P \approx 107.46. Punt: (100,107.46)(100, 107.46).
      • Als P=200P=200: Qv=0.57×200+161.25=114+161.25=47.25Qv = -0.57 \times 200 + 161.25 = -114 + 161.25 = 47.25. Punt: (47.25,200)(47.25, 200).
      • Plot deze twee punten en trek er een lijn doorheen.

Kruist de vraaglijn het nulpunt? Niet elke vraaglijn kruist het nulpunt (0,0). Dit hangt af van de specifieke vraagfunctie. Als de snijpunten met de assen (zoals in het voorbeeld: (161.25,0)(161.25, 0) en (0,282.89)(0, 282.89)) niet op (0,0) liggen, zal de lijn het nulpunt niet raken. Dit is normaal en betekent dat er bij een prijs van 0 euro nog steeds een vraag is, en dat de vraag pas bij een bepaalde hoge prijs (boven de 200 euro in het voorbeeld) helemaal verdwijnt.

Wil je betere cijfers halen?
  • Extra uitleg en oefenen voor elk boek op school
  • Stel vragen en krijg direct antwoord
  • Video's, samenvattingen, oefenen, AI-tutor, woordjes leren en examentraining