Wat betekenen de symbolen in de notatie van een isotoop?

In de notatie van een isotoop staan de volgende gegevens:

• Elementsymbool: Dit is het afkorting van het element, bijvoorbeeld 'He' voor helium of 'U' voor uranium.

• Massagetal (A): Dit getal staat links bovenaan het elementsymbool. Het massagetal geeft de totale hoeveelheid kerndeeltjes (protonen en neutronen) in de atoomkern aan. De formule hiervoor is:

  $A = N + Z$

  Hierin is:

  • $A$ het massagetal
  • $N$ het aantal neutronen in de kern
  • $Z$ het aantal protonen in de kern

• Atoomnummer (Z): Dit getal staat links onderaan het elementsymbool. Het atoomnummer is gelijk aan het aantal protonen in de atoomkern. Dit getal bepaalt welk element het is.

Voorbeeld: Stel je ziet de notatie $^{238}_{92}U$.

• 'U' is het elementsymbool voor uranium.
• '238' is het massagetal (A), wat betekent dat er in totaal 238 protonen en neutronen in de kern zitten.
• '92' is het atoomnummer (Z), wat betekent dat er 92 protonen in de kern zitten.
• Om het aantal neutronen (N) te vinden, gebruik je de formule $A = N + Z$. Dus $238 = N + 92$, wat betekent dat $N = 238 - 92 = 146$ neutronen.