Waarom was Nederland in de 17e eeuw staatkundig bijzonder?

Nederland was in de 17e eeuw staatkundig bijzonder om twee belangrijke redenen, die afweken van de situatie in veel andere Europese landen:

1. Geen vorst: In tegenstelling tot veel andere Europese landen, waar een koning of vorst de hoogste macht had, kende Nederland geen monarch. De hoogste macht lag bij de Staten-Generaal, een vergadering van vertegenwoordigers van de zeven gewesten. Dit betekende dat de gewesten zelfstandig konden beslissen over hun eigen bestuur.
2. Zelfstandigheid van gewesten: De gewesten in Nederland hadden een hoge mate van autonomie. Ze konden zelf beslissingen nemen over hun bestuur, regels en wetten. Dit stond in contrast met de gecentraliseerde besturen die in veel andere landen gebruikelijk waren, waar de macht meer vanuit één centraal punt werd uitgeoefend. Deze zelfstandigheid leidde tot een grotere vrijheid en diversiteit binnen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.