Hoe bereken je het vermogen van een lampje in een parallelschakeling?
Hoe bereken je het vermogen van een lampje in een parallelschakeling?
Ik heb een opdracht waarbij Mounir een parallelschakeling heeft gemaakt met een batterij van 6,0 V, drie lampjes en een stroommeter die 0,80 A aangeeft. Ik weet dat lampje 1 een vermogen van 1,5 W heeft bij 6 V en lampje 3 een vermogen van 2,1 W bij 6 V. Hoe bereken ik het vermogen van lampje 2 in deze schakeling en welke stappen moet ik hiervoor volgen?
Antwoord van Ainstein
Om het vermogen van lampje 2 in een parallelschakeling te berekenen, volg je de volgende stappen:
-
Bepaal de spanning over elk lampje. In een parallelschakeling is de spanning over elk onderdeel gelijk aan de bronspanning. Aangezien de batterij een spanning van 6,0 V levert en de nominale spanningen van lampje 1 en lampje 3 ook 6 V zijn, is de spanning over elk lampje gelijk aan de bronspanning:
-
Bereken de stroomsterkte door lampje 1 (). Gebruik de formule voor vermogen . Voor lampje 1 geldt:
-
Bereken de stroomsterkte door lampje 3 (). Op dezelfde manier als bij lampje 1:
-
Bereken de stroomsterkte door lampje 2 (). In een parallelschakeling verdeelt de totale stroom zich over de vertakkingen. De totale stroomsterkte () is de som van de stroomsterktes door de individuele lampjes: De stroommeter geeft een totale stroomsterkte van 0,80 A aan. Je kunt berekenen door de stroomsterktes van lampje 1 en 3 van de totale stroomsterkte af te trekken:
-
Bereken het vermogen van lampje 2 (). Nu je de spanning over lampje 2 () en de stroomsterkte erdoorheen () weet, kun je het vermogen berekenen met de formule :
Het vermogen van lampje 2 is dus 1,2 W.
- Extra uitleg en oefenen voor elk boek op school
- Stel vragen en krijg direct antwoord
- Video's, samenvattingen, oefenen, AI-tutor, woordjes leren en examentraining

Gerelateerde vragen
Vind antwoorden op vragen die gerelateerd zijn aan dit onderwerp.