Wat is de invloed van breedteligging en jaaramplitude op het klimaat?

Breedteligging en jaaramplitude zijn belangrijke factoren die het klimaat van een plaats bepalen.

• Breedteligging: Dit verwijst naar hoe ver een plaats van de evenaar ligt. Hoe dichter bij de evenaar (lage breedteligging), hoe warmer het over het algemeen is, omdat de zon daar directer schijnt. Hoe verder van de evenaar (hoge breedteligging), hoe kouder het is.

  • Voorbeeld: In het noorden van de Verenigde Staten, zoals Minneapolis, is het in januari gemiddeld -11 °C, terwijl het in het zuiden, zoals Miami, gemiddeld 20 °C is. Dit grote temperatuurverschil komt door de verschillende breedteligging.

• Jaaramplitude: Dit is het verschil tussen de gemiddelde temperatuur van de warmste maand en de koudste maand van het jaar.

  • Een grote jaaramplitude betekent dat er een groot verschil is tussen de zomer- en wintertemperaturen. Dit zie je vaak in gebieden met een hoge breedteligging, waar de zomers warm kunnen zijn en de winters erg koud.
    • Voorbeeld: In Minneapolis is de jaaramplitude 34 °C, wat betekent dat het verschil tussen de gemiddelde temperatuur in de warmste en koudste maand 34 graden is.
  • Een kleine jaaramplitude betekent dat de temperaturen gedurende het jaar minder variëren. Dit komt vaker voor in gebieden met een lage breedteligging, dichter bij de evenaar, waar het het hele jaar door warmer is.
    • Voorbeeld: In Miami is de jaaramplitude veel kleiner, namelijk 8 °C.