Hoe werd het kiesrecht in Nederland uitgebreid?

Het kiesrecht in Nederland werd stapsgewijs uitgebreid.

In 1848 werd het censuskiesrecht ingevoerd. Dit betekende dat alleen mannen die een bepaald bedrag aan belasting betaalden, mochten stemmen. Dit waren voornamelijk de rijkere mannen.

Vervolgens kregen in 1917 alle volwassen mannen stemrecht, ongeacht hoeveel belasting ze betaalden. Dit wordt ook wel algemeen mannenkiesrecht genoemd.

Voor vrouwen was de uitbreiding van het kiesrecht ook in stappen:

• In 1917 kregen vrouwen het passief kiesrecht. Dit hield in dat zij zich verkiesbaar mochten stellen voor bijvoorbeeld de Tweede Kamer, maar zelf nog niet mochten stemmen. De eerste vrouw die in de Tweede Kamer werd gekozen was Suse Groeneweg in 1918.
• Uiteindelijk kregen in 1919 alle vrouwen het algemeen vrouwenkiesrecht, wat betekende dat alle volwassen vrouwen actief mochten stemmen.

Censuskiesrecht is dus een kiesrecht waarbij alleen mannen die een bepaald bedrag aan belasting betaalden, mochten stemmen. Dit waren voornamelijk de rijkere mannen.

Wat betreft de relatie tussen vrouwenkiesrecht en een parlementaire democratie: Nederland werd al een parlementaire democratie in 1848. Toen kreeg het gekozen parlement de meeste macht en verloor de koning veel van zijn macht. De uitbreiding van het kiesrecht naar alle vrouwen in 1919 was een belangrijke stap die de democratie nog completer maakte door het stemrecht voor alle volwassenen in te voeren, maar de basis voor de parlementaire democratie lag al in 1848.