- Kolomchromatografie
- Een techniek om stoffen te scheiden op basis van hun retentietijd in een kolom.
- Retentietijd
- De tijd die een stof in de kolom verblijft, bepalend voor de scheiding.
- Stationaire fase
- De vaste laag in de kolom waar stoffen mee interageren.
- Mobiele fase
- Het gas of de vloeistof dat het monster door de kolom draagt.
- Chromatogram
- Een grafiek die de scheiding van stoffen in een mengsel weergeeft.
- Gaschromatografie
- Kolomchromatografie met een gas als mobiele fase.
- Vloeistofchromatografie
- Kolomchromatografie met een vloeistof als mobiele fase.
- Kwalitatieve analyse
- Bepalen welke stoffen aanwezig zijn in een monster.
- Kwantitatieve analyse
- Bepalen hoeveel van een stof aanwezig is in een monster.
- Dragergas
- Het gas dat het monster door de kolom duwt.
- Ethanol
- Een polaire stof die minder interactie heeft met een apolaire stationaire fase.
- Hexaan
- Een apolaire stof die meer interactie heeft met een apolaire stationaire fase.
- Stanozoolol
- Een stof die in dopingcontroles wordt gedetecteerd.
- Massaspectrometer
- Een apparaat dat stoffen verder analyseert na chromatografie.