- Lichtbundels
- Parallel, convergent of divergent
- Bolle lenzen
- Positieve lenzen, dik in het midden, dun aan de buitenkant, convergerende werking
- Holle lenzen
- Negatieve lenzen, dun in het midden, dik aan de buitenkant, divergerende werking
- Brandpuntsafstand (f)
- Afstand van het brandpunt tot de lens
- Lenssterkte (S)
- 1 gedeeld door de brandpuntsafstand (f), uitgedrukt in dioptrieën (dpt)
- Vergroting (N)
- Beeldafstand (B) gedeeld door voorwerpsafstand (V)
- Constructiestralen
- Stralen gebruikt om een beeld te construeren bij een lens
- Verziendheid
- Voorwerpen ver weg goed zien, dichtbij niet goed zien, lens te zwak of oogbol te kort
- Bijziendheid
- Voorwerpen dichtbij goed zien, ver weg niet goed zien, lens te sterk of oogbol te lang
- Oudziendheid
- Vergelijkbaar met verziendheid, veroorzaakt door ouderdom en verminderde accommodatie van de ooglens