- ongeslachtelijke voortplanting
- Voortplanting waarbij slechts één individu betrokken is en nakomelingen genetisch identiek zijn aan de ouderplant.
- geslachtelijke voortplanting
- Voortplanting waarbij twee geslachtcellen versmelten om een nieuw individu te vormen.
- mitose
- Normale celdeling die plaatsvindt bij ongeslachtelijke voortplanting.
- meiose
- Reductiedeling waarbij geslachtcellen worden gevormd.
- stekken
- Een methode van ongeslachtelijke voortplanting waarbij een deel van een plant wordt afgesneden om een nieuwe plant te laten groeien.
- knollen
- Verdikkingen van stengels of wortels die reservevoedsel bevatten en waaruit nieuwe planten kunnen groeien.
- bollen
- Verdikte bladeren, zoals bij een ui, waaruit nieuwe planten kunnen groeien.
- enten
- Een deel van een plant op een andere plant plaatsen zodat ze samen groeien.
- uitlopers
- Horizontaal groeiende stengels waaruit nieuwe planten kunnen ontstaan.
- bloemkroon
- Kroonbladen van een bloem die vaak groot en opvallend gekleurd zijn om insecten te lokken.
- bloemkelk
- Bestaat uit kelkbladen die de bloem beschermen als deze nog in de knop zit.
- meeldraden
- Mannelijke geslachtsorganen van een plant, bestaande uit helmdraad en helmknop.
- stamper
- Vrouwelijke voortplantingsorgaan van een plant, bestaande uit stempel, stijl en vruchtbeginsel.
- eenslachtige planten
- Planten die ofwel alleen mannelijke of alleen vrouwelijke bloemen hebben.
- tweeslachtige planten
- Planten die zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen hebben.