- Populatie
- Een groep individuen van een bepaalde soort in een bepaald gebied
- Biotische factoren
- Invloeden uit de levende natuur, zoals soortgenoten, voedsel, roofdieren en ziekteverwekkers
- Abiotische factoren
- Invloeden uit de levenloze natuur, zoals licht, regen, water, temperatuur, lucht en de bodem
- Biotoop
- Alle abiotische factoren in een bepaald gebied
- Individu
- Eén enkel organisme, bijvoorbeeld één vis
- Levensgemeenschap
- Meerdere populaties van verschillende soorten in een leefgebied
- Ecosysteem
- Een biotoop plus een levensgemeenschap
- Populatiegrootte
- De grootte van een populatie, die kan groeien of krimpen door verschillende factoren
- Biologisch evenwicht
- Het groeien en krimpen van de populatie, waarbij een evenwicht ontstaat
- Optimumkromme
- Een diagram dat laat zien voor één abiotische factor wat de overlevingskans is voor de organismen