- Leefstijl
- Gewoonten zoals eten, drinken, roken, slapen, beweging, stress en ontspanning die invloed hebben op je gezondheid
- Genotsmiddelen
- Drugs, sigaretten en alcohol die ontspanning en een lekker gevoel geven maar schadelijk zijn voor de gezondheid
- Lichamelijke verslaving
- Het lichaam heeft het genotsmiddel nodig om goed te functioneren, stoppen veroorzaakt fysieke klachten
- Geestelijke verslaving
- Constant met het hoofd bezig zijn met het genotsmiddel en niet kunnen stoppen met denken eraan
- Sociale verslaving
- Het missen van sociaal contact met mensen waarmee genotsmiddelen zijn gebruikt
- Verdovende middelen
- Drugs die de hersenen trager laten werken, angsten, spanningen en pijn verminderen
- Stimulerende middelen
- Drugs die de hersenen sneller laten werken en actiever maken
- Psychoactieve middelen
- Drugs die de hersenen anders laten werken en de werkelijkheid anders laten beleven
- Nicotine
- Verslavende stof in sigaretten die bloedvaten vernauwt en hartslag versnelt
- Teer
- Stof die aan de binnenkant van de longen kleeft en slijmvliezen beschadigt
- Koolstofmonoxide (CO)
- Gas dat zich bindt aan rode bloedcellen waardoor er minder zuurstof in het bloed komt
- COPD
- Verzamelnaam van longziektes zoals chronische bronchitis en longemfyseem
- Alcohol
- Gifstof die de hersenen verdooft en schade aan organen kan veroorzaken