- Nieren
- Organen die afvalstoffen uitscheiden, de osmotische waarde constant houden en bloeddruk reguleren.
- Nefronen
- Niereenheden die betrokken zijn bij de vorming van urine.
- ADH (Antidiuretisch hormoon)
- Hormoon dat de terugwinning van water uit de voorurine regelt.
- Ultrafiltratie
- Proces waarbij vocht uit het bloed wordt geperst in het kapseltje van Bouwman.
- Terugresorptie
- Proces waarbij bruikbare stoffen uit de voorurine worden teruggewonnen.
- Natriumwaterstofcarbonaat
- Buffer die de pH van het bloed reguleert.
- Urineleider
- Buis die urine van de nieren naar de blaas vervoert.
- Urinebuis
- Buis waardoor urine het lichaam verlaat.
- Kapseltje van Bouwman
- Structuur in de nieren waar ultrafiltratie plaatsvindt.
- Glomerulus
- Kluwen van haarvaten in het kapseltje van Bouwman.
- Osmotische waarde
- Concentratie van opgeloste stoffen in een vloeistof.
- Bloeddruk
- Druk van het bloed in de bloedvaten.
- Voorurine
- Vloeistof die ontstaat na ultrafiltratie, voordat terugresorptie plaatsvindt.
- Zuurstofverbruik
- Hoeveelheid zuurstof die wordt gebruikt door cellen.
- Actief transport
- Proces waarbij stoffen tegen hun concentratiegradiƫnt in worden verplaatst met energieverbruik.
- Passief transport
- Proces waarbij stoffen met hun concentratiegradiƫnt mee worden verplaatst zonder energieverbruik.
- Osmose
- Passieve verplaatsing van water door een semipermeabele membraan.
- Diffusie
- Passieve verplaatsing van moleculen van een gebied met hoge concentratie naar een gebied met lage concentratie.
- Aldosteron
- Hormoon dat de terugresorptie van natriumionen reguleert.
- List van Henle
- Deel van het nefron dat betrokken is bij de concentratie van urine.