- Beëindiging van een bedrijf
- Het proces waarbij een bedrijf ophoudt te bestaan.
- Faillissement
- Een juridische procedure waarbij een rechter bepaalt dat een bedrijf niet meer in staat is zijn schulden te betalen en de onderneming wordt geliquideerd.
- Surseance van betaling
- Een tijdelijke situatie waarin een bedrijf uitstel van betaling krijgt om een faillissement te voorkomen.
- Stakeholders
- Alle betrokkenen rond een bedrijf, zoals werknemers, schuldeisers en aandeelhouders.
- Liquiditeitsproblemen
- Situatie waarin een bedrijf niet genoeg liquide middelen heeft om aan zijn kortetermijnverplichtingen te voldoen.
- Bewindvoerder
- Een persoon die door de rechter wordt aangesteld om toezicht te houden op een bedrijf dat surseance van betaling heeft aangevraagd.
- Curator
- Een persoon die door de rechter wordt aangesteld om de bezittingen van een failliet bedrijf te beheren en te verdelen.
- Hypothecaire schuldeisers
- Schuldeisers die een recht van hypotheek hebben en bij faillissement als eerste hun onderpand kunnen opeisen.
- Doorstart
- Het opnieuw beginnen van een bedrijf na een faillissement, vaak met behoud van de gezonde onderdelen.
- Rechtspersoon
- De juridische vorm van een bedrijf, zoals een BV of een eenmanszaak, die bepaalt wie aansprakelijk is bij faillissement.