- Afzettingsmilieu
- De omgeving waar sedimentatie plaatsvindt, beïnvloed door factoren zoals verval en klimaat.
- Benedenloop
- Het deel van een rivier dicht bij de monding, met een laag verval en lage stroomsnelheid.
- Bovenloop
- Het deel van een rivier dicht bij de bron, gekenmerkt door een groot verval en hoge stroomsnelheid.
- Delta
- Een landvorm die ontstaat bij de monding van een rivier, waar sediment zich ophoopt en vertakkingen ontstaan.
- Estuarium
- Een trechtervormige riviermonding waar zowel sedimentatie als erosie door zee plaatsvindt.
- Laagland
- Een gebied dat laag ligt ten opzichte van de zeespiegel, vaak met sedimentatie als belangrijk proces.
- Meanderen
- Het kronkelen van een rivier door het landschap, vaak door een gebrek aan verval.
- Middenloop
- Het deel van een rivier tussen de bovenloop en benedenloop, met variërend verval en stroomsnelheid.
- Sedimentatie
- Het proces waarbij verplaatst verweringsmateriaal neerkomt en zich ophoopt.
- Sedimentgesteente
- Gesteente dat ontstaat door de ophoping en verharding van sediment.