Wat zijn de functies van geld?

Geld heeft drie belangrijke functies in onze economie:

1. Ruilmiddel: Dit betekent dat geld wordt gebruikt om goederen en diensten te kopen en verkopen. In plaats van dat je direct producten met elkaar ruilt (directe ruil), gebruik je geld als een tussenstap. Je verkoopt bijvoorbeeld je oude fiets voor geld, en met dat geld koop je vervolgens een nieuw boek. Dit maakt handel veel makkelijker en efficiënter.
2. Rekenmiddel: Geld dient als een gemeenschappelijke maatstaf om de waarde van goederen en diensten uit te drukken. Hierdoor kun je makkelijk prijzen vergelijken en de waarde van verschillende producten inschatten. Een brood kost bijvoorbeeld €2 en een liter melk €1,50. Zonder geld zou het veel ingewikkelder zijn om te bepalen hoeveel broden je voor een liter melk zou moeten ruilen.
3. Spaarmiddel: Je kunt geld bewaren en opzijzetten om het later te gebruiken. Dit geeft je de mogelijkheid om in de toekomst aankopen te doen, zoals een nieuwe telefoon of een vakantie, of om een financiële buffer op te bouwen voor onverwachte uitgaven. Geld behoudt over het algemeen zijn waarde over tijd, waardoor het geschikt is om te sparen.