Wat zijn beeldspraak en stijlfiguren?

Beeldspraak en stijlfiguren zijn technieken die gebruikt worden om een verhaal of boodschap krachtiger en memorabeler te maken, en om emoties aangrijpender en specifieker te beschrijven voor de lezer.

Beeldspraak

Dit is figuurlijk taalgebruik, waarbij je iets anders zegt dan je letterlijk bedoelt. De belangrijkste vormen van beeldspraak zijn:

• Vergelijking: Je koppelt een object aan een beeld. Soms gebruik je woorden als 'als' of 'zoals'.
  • Voorbeeld: "jouw kamer is een zwijnenstal" of "haar lippen zijn zo rood als rozen".
• Metafoor: Hierbij noem je alleen het beeld; het object ontbreekt. Dit is intenser dan een vergelijking, omdat het zegt dat iets is zoals het beeld, niet alleen lijkt.
  • Voorbeeld: "ruim die zwijnenstal op!".
• Personificatie: Een levenloos ding of een abstract idee krijgt menselijke eigenschappen.
  • Voorbeeld: "de zon lacht de kinderen toe".
• Metonymie: Het verband tussen het object en het beeld is niet gebaseerd op overeenkomst, maar op een ander verband (denk aan een deel voor het geheel, of de producent voor het product).
  • Voorbeeld: "de koppen tellen" (waarbij 'koppen' staat voor 'mensen').

Stijlfiguren

Deze helpen ook om je tekst krachtiger te maken:

• Alliteratie: De beginklank van meerdere woorden in een zin is hetzelfde.
  • Voorbeeld: "Peter Piper picked a pack of pickled peppers" (de 'p').
• Assonantie: Dezelfde klinkerklank komt meerdere keren voor in woorden.
  • Voorbeeld: de 'e' in "Peter Piper picked a pack of pickled peppers".
• Consonantie: Dezelfde medeklinkerklank komt meerdere keren voor in woorden.
  • Voorbeeld: de 'p' of 'ck' in "Peter Piper picked a pack of pickled peppers".
• Repetitie: Het herhalen van woorden of zinnen voor een bepaald effect. Vaak wordt hierbij de 'rule of three' (Tricolon) gebruikt.
• Allusie: Een verwijzing naar een ander bekend werk of concept (literair, mythisch of bijbels).
  • Voorbeeld: "Hij verandert in een echte Romeo".
• Ironie: Het tegenovergestelde gebeurt van wat je verwacht (situationele ironie).
  • Voorbeeld: een brandweerstation dat afbrandt.

Spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen

Deze worden vaak door elkaar gehaald, maar hebben elk een eigen betekenis:

• Spreekwoord: Een hele zin met een wijsheid of levensles.
  • Voorbeeld: "niet geschoten is altijd mis".
• Gezegde: Geen hele zin en geen wijsheid.
  • Voorbeeld: "op de valreep".
• Uitdrukking: Bevat een werkwoord, maar geen wijsheid.
  • Voorbeeld: "lachen als een boer met kiespijn".