Hoe vorm je de toekomende tijd in het Duits?

In het Duits vorm je de toekomende tijd (Futur I) door het hulpwerkwoord "werden" te combineren met het hele werkwoord (infinitief) van de hoofdactie. Je gebruikt hierbij altijd de tegenwoordige tijd van "werden".

Hier is de vervoeging van "werden" in de tegenwoordige tijd:

• ik word: ich werde
• jij wordt: du wirst
• hij/zij/het wordt: er/sie/es wird
• wij worden: wir werden
• jullie worden: ihr werdet
• zij worden: sie werden
• u wordt: Sie werden

Voorbeeld: Als je wilt zeggen "Ik zal leren", dan combineer je "ich werde" met het hele werkwoord "lernen". Dit wordt dan: "Ich werde lernen."

Het hele werkwoord staat altijd aan het einde van de zin.

Voorbeeldzinnen:

• "Ich werde morgen nach Berlin fahren." (Ik zal morgen naar Berlijn rijden.)
• "Du wirst die Prüfung bestehen." (Jij zult slagen voor het examen.)
• "Wir werden am Wochenende ins Kino gehen." (Wij zullen in het weekend naar de bioscoop gaan.)