4 Pluriforme samenleving
Woorden in deze lijst (24)
Origineel
- Asielzoeker
- Iemand die in een ander land om bescherming vraagt.
- Assimilatie
- Het totaal en eenzijdig aanpassen aan de dominante cultuur in de samenleving.
- Cultuur
- Het geheel van waarden, normen, gewoonten en uitingsvormen die mensen met elkaar delen en vaak als vanzelfsprekend beschouwen.
- Discriminatie
- Het ongelijk behandelen van mensen op basis van kenmerken die er niet toe doen, bijvoorbeeld huidskleur, leeftijd of geloof.
- Identiteit
- Het beeld dat iemand van zichzelf heeft en naar buiten uitdraagt.
- Individualisme
- De opvatting dat mensen als individu in de samenleving staan en traditionele verbanden minder invloed hebben op de keuzes die het individu maakt.
- Integratie
- Het opnemen van een groep in de samenleving door wederzijdse aanpassing.
- Nature/
nurture-debat - Debat over de vraag in hoeverre menselijk gedrag is aangeboren (nature) of aangeleerd en beïnvloed door de omgeving (nurture).
- Normen
- Opvattingen over hoe je je op grond van bepaalde waarden behoort te gedragen.
- Pluriforme samenleving
- Een samenleving waarin veel verschillende opvattingen, gedragingen, levensbeschouwingen, religies en culturen, gewoonten en gebruiken mogelijk zijn.
- Pluriformiteit
- De mate waarin verschillen tussen (groepen) mensen bestaan in een samenleving.
- Polarisatie
- Het bewust uitvergroten van verschillen tussen groepen.
- Positietoewijzing
- De mate waarin een samenleving nieuwkomers de kans biedt om te integreren.
- Positieverwerving
- De mate waarin nieuwkomers er door de eigen inspanningen in slagen om te integreren.
- Segregatie
- Het opdelen van een samenleving in een gescheiden gemeenschappen.
- Sociale cohesie
- De onderlinge verbondenheid tussen mensen in een groep of samenleving.
- Sociale controle
- Leden van een groep letten erop dat mensen zich aan de regels houden. Zij maken hierbij gebruik van sancties.
- Socialisatie
- Het proces waarin een mens de waarden en normen en andere kenmerken van de groep krijgt aangeleerd en zich eigen maakt.
- Stereotype
- Versimpeld en vaak overdreven beeld van een groep mensen.
- Tolerantie
- De mate waarin anders-zijn of anders denken wordt geaccepteerd.
- Vluchteling
- Iemand die in zijn land van herkomst gegronde vrees heeft voor vervolging vanwege ras, godsdienst, seksuele voorkeur, nationaliteit of politieke overtuiging.
- Vooroordeel
- Een oordeel of mening over iemand zonder dat je die persoon kent.
- Waarden
- Opvattingen binnen een samenleving of groep over wat goed en juist is en daarom moet worden nagestreefd.
- Xenofobie
- Angst voor het vreemde of voor de vreemdeling.