chaptire 1

1keer geoefend
Woorden in deze lijst (80)
Origineel
- À cause de
- Vanwege
- pourtant
- Echter, toch
- tout de suite
- meteen, direct
- parfois
- soms
- même
- zelfs
- ressembler à
- lijken op
- raconter
- vertellen
- se présenter
- zich voorstellen
- S'occuper de
- Zorgen voor, zich bezig houden met
- rester
- (Ver)blijven
- Aller voir ses amis
- zijn vrienden bezoeken
- Chez (moi)
- Bij (mij thuis)
- ensemble
- samen
- aller chercher quelqu'un
- iemand ophalen
- la rencontre
- de ontmoeting
- je vois
- ik zie, ik snap het
- Seul(e)
- alleen, enig
- avoir le temps
- de tijd hebben
- la date
- de datum
- la semaine
- de week
- le cochon d'Inde
- de cavia
- le poisson rouge
- de goudvis
- Le lapin
- het konijn
- Noël
- Kerstmis
- Pâques
- Pasen
- rencontrer
- ontmoeten
- autrefois
- vroeger
- aujourd'hui
- vandaag, tegenwoordig
- au cours de
- in de loop van
- Il y a (+temps)
- (+tijd) geleden
- peu á peu
- stukje bij beetje
- la demi-sœur
- de halfzus
- le divorce
- de scheiding
- Le couple
- het stel, het koppel
- se marier
- trouwen
- un (enfant) sur deux
- één op de twee (kinderen)
- Le droit (de vote)
- het (stem)recht
- le sentiment
- het gevoel
- le sens
- de betekenis
- sinon
- zo niet, anders
- quelques
- een paar, enkele
- abandonner
- verlaten, in de steek laten
- choisir
- kiezen
- obéir à
- gehoorzamen aan
- agrandir
- groter maken, vergroten
- se composer de
- bestaan uit
- le fils
- de zoon
- le beau-père
- de schoonvader/stiefvader
- la belle-mère
- de schoonmoeder, de stiefmoeder
- le nord
- het noorden
- L'est
- Het oosten
- L'ouest
- Het westen
- le sud
- het zuiden
- Comme d'habitude
- Zoals gewoonlijk
- sans oublier
- niet te vergeten
- Être de la partie
- Van de partij zijn
- manquer á
- Gemist worden
- sauf
- behalve
- le veille
- de vorige dag
- je dors
- ik slaap
- se réveiller
- wakker worden
- tôt
- vroeg
- fatigué
- moe, vermoeid
- la pêche
- het vissen, de visserij
- les affaires
- de zaken, de spullen
- Si
- Als, jawel
- vers
- omstreeks
- Grave
- Ernstig, erg
- attendre
- wachten op
- quelque chose
- iets
- tout le monde
- iedereen
- Ne t'inquiète pas
- Maak je geen zorgen
- penser
- Denken
- se coucher
- naar bed gaan
- se réveiller
- wakker worden
- Se laver
- zich wassen
- tu me manques
- ik mis je
- S'habiller
- Zich aankleden
- S'inquiéter
- Zich zorgen maken
- Quelqu'un
- Iemand