Duits h2 D Wortschatz und sprechen

1
Woorden in deze lijst (52)
Origineel
- het centraal station
 - der Hauptbahnhof
 - de dienstregeling
 - der Fahrplan
 - de file
 - der Stau
 - het loket
 - der Schalter
 - de personenauto
 - de Pkw
 - de toeslag
 - der Zuschlag
 - de veiligheidsgordel
 - der Gurt
 - het verkeer
 - der Verkehr
 - de zitplaats
 - der Sitzplatz
 - de afrit
 - de Ausfahrt
 - de benzinepomp
 - de Tankstelle
 - de bezienswaardigheid
 - die Schenswürdigkeit
 - de halte
 - die Haltestelle
 - de kruising
 - de Kreuzung
 - de mededeling, melding
 - die Durchsage
 - de omgeving
 - die Umgebung
 - de omleiding
 - die Umleitung
 - de reis
 - die Fahrt
 - de secundaire weg
 - de Nebenstraße
 - het ticket
 - die Fahrkarte
 - de verbinding
 - die verbindung
 - de vertraging
 - die Verspätung
 - de bagage
 - das Gepäck
 - de coupé
 - das Abteil
 - het kluisje
 - das Schleißfach
 - het monument
 - das Denkmal
 - het restaurant
 - das Restaurant
 - het spoor
 - das Gleis
 - het vervoersmiddel
 - das Verkehrsmittel
 - aanmelden
 - sich anmelden
 - afhalen
 - abholen
 - bevestigen
 - bestätigen
 - de veiligheidsgordel omdoen
 - anschnallen
 - doorbrengen
 - verbringen, verbracht
 - haast hebben
 - es eilig haben
 - laten liggen
 - liegen lassen, gelassen
 - liggen
 - liegen, gelegen
 - meenemen
 - mitnehmen, mitgenommen
 - missen
 - verpassen
 - overstappen
 - umsteigen, umgestiegen
 - oversteken
 - überqueren
 - parkeren
 - parken
 - plannen
 - planen
 - remmen
 - bremsen
 - terugkomen
 - wiederkommen, wiedergekommen
 - uitstappen
 - aussteigen, ausgestiegen
 - vliegen
 - fliegen, geflogen
 - zich haasten
 - sich beeilen
 - afgesloten
 - gesperrt
 - in de buurt van
 - in der Nähe von
 - rechtdoor
 - geradeaus
 - zojuist
 - gerade