VIVO - 1 vwo - hoofdstuk 1 - Levende wezens
Woorden in deze lijst (17)
Origineel
- abiotisch
- heeft betrekking op de levenloze natuur
- abiotische factor
- omstandigheden vanuit de niet-levende natuur die invloed kunnen hebben op een organisme
- biotisch
- heeft betrekking op de levende en dode natuur
- biotische factor
- omstandigheden vanuit de levende en/
of dode natuur die invloed kunnen hebben op een organisme - dood
- geen levenskenmerken meer hebbend
- gaswisseling
- opnemen en afstaan van gassen (zuurstof en koolstofdioxide) door een organismen
- groeien
- groter worden
- levend
- iets wat levenskenmerken bezit
- levenloos
- wordt gezegd van iets wat nooit geleefd heeft
- levenskenmerk
- een kenmerk waaraan je kunt zien dat een organisme levend is
- omgevingsfactor
- omstandigheden in de omgeving die invloed kunnen hebben op een organisme
- organisme
- een levend wezen
- reageren
- in actie komen door iets wat je waarneemt, meestal door te bewegen
- uitscheiden
- verwijderen van afvalstoffen en/
of schadelijke stoffen uit het lichaam - voeden
- opnemen van voedingsstoffen
- voortplanten
- nakomelingen produceren
- waarnemen
- met behulp van zintuigen signalen uit de omgeving opnemen