3.2 Politieke stromingen

Julika

Woorden in deze lijst (18)

Origineel

ideologie: een samenhangend geheel van ideeen over de mens en gewenste inrichting van de samenleving
links: wil ongelijkheid verminderen door voldoende sociale voorzieningen te bieden voor mensen die dat nodig hebben. Niet iedereen zelfde kansen en overheid moet kwetsbare groepen beschermen en ondersteunen
rechts: zo min mogelijk bemoeienis van de overheid op sociaaleconomisch gebied: mensen zelf verantwoordelijk voor een beter bestaan. Economische ongelijkheid zien ze als onvermijdelijk in de samenleving
politieke midden: een ideologie tussen links en rechts
liberalisme: wat goed is voor het individu is goed voor de maatschappij, mensen niet gelijk maar wel gelijkwaardig. Persoonlijke en economische vrijheid, individuele verantwoordelijkheid en tolerantie
socialisme: niet iedereen gelijke mogelijkheden. Gelijkheid en zorg voor elkaar, met veel hulp van de overheid. Mensen solidair aan elkaar zijn
communisme: alles delen zodat iedereen gelijk is en er geen armen of rijken meer zijn.
sociaaldemocratie: niet tegen vrijemarkteconomie, maar kennis, inkomen en macht eerlijker verdeeld moeten worden
confessionalisme: gaat uit van organische staatsopvatting: samenleving is vergelijkbaar met een menselijk lichaam. Politiek gebaseerd op geloof en normen, met nadruk op gemeenschap en gezin.
christendemocratie: rentmeesterschap, solidariteit, en gespreide verantwoordelijkheid belangrijkste waarden
ontideologisering: het verdwijnen van ideologie als leidraad voor hoe de samenleving moet worden ingericht
populisme: politici die zeggen op te komen voor het gewone volk en tegen de elite te zijn. Tegen te veel overheidsbemoeienis maar voor bescherming van mensen in een kwetsbare positie. Vaak nationalistische standpunten
progressief: vooruitstrevend, veranderingsgezind, gericht op de toekomst. Pleiten voor veranderingen in de samenleving
conservatief: behoudend en is gericht op heden en verleden. Benadrukken wat we al hebben bereikt.
reactionair: situatie van vroeger terugkeert, oude gewoontes en regels herstellen
kosmopolitisch: land zien als onderdeel van geglobaliseerde wereld waarin we onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Openhouding naar andere landen en culturen: 'wereldburgers'
nationalistisch: zien globalisering als bedreiging voor eigen banen, cultuur en identiteit en willen hun land daarom op meerdere gebieden afsluiten.
ecologisme: mens onderdeel van een groter ecosysteem. Economische waarden moeten ondergeschikt worden aan ecologische waarden: duurzaamheid en bescherming van het leefmilieu