FORUM - 3 HAVO - H2 - Jagers & boeren

Woorden in deze lijst (43)

Origineel

vruchtbaarheid: De mate waarin een stuk land in staat is landbouwproducten op te leveren omdat de goede stoffen in de grond zitten. Bij mensen en dieren: de mate waarin zij in staat zijn jongen of kinderen te krijgen.
cultuur: Alles wat te maken heeft met wat mensen bedenken, waar ze in geloven, wat hun gewoonten zijn en wat ze mooi of lelijk vinden. Kan ook gelden voor een bepaald volk of een bepaalde groep. Dan is het alles wat die groep gelooft... enzovoort.
stadsmuur: Om een stad gebouwde muur om de stad tegen vijanden te kunnen verdedigen.
verdediging: Vijanden buiten een bepaald gebied of stad houden.
tempeltoren: Toren waarop bovenop een tempel was geplaatst.
tempel: Gebouw waarin een god of goden vereerd worden. Er staat vaak een beeld van de god of goden.
god: Een eeuwig levend, bovennatuurlijk, oppermachtig wezen dat wordt vereerd. Mensen die een godsdienst aanhangen, geloven dat er een god of meerdere goden bestaan, anders geloven niet dat er een god of goden bestaan.
hemel: Plaats waarvan gelovigen denken dat mensen er na hun dood terechtkomen als ze een voorbeeldig en goed leven hebben geleid. Het is de plaats waarvan gedacht wordt dat God (of de goden) er woont (wonen) en dat er eeuwige rust allermeeste leven heeft. Het kan niet worden bewezen dat er een hemel bestaat.
handel: Uitwisseling van goederen door te ruilen of door met geld te betalen.
bevloeien: Droog land met water vruchtbaar maken.
landbouw: Gebruik van grond om voedsel te telen: door akkers aan te leggen of door vee te houden.
schrift: Tekens op papier zetten of in steen beitelen waarmee woorden worden voorgesteld.
spijkerschrift: Schrift dat gebruikt werd in Mesopotamië, meestal geschreven op kleitabletten.
hiërogliefenschrift: Schrift van het oude Egypte, tekens waarmee in het oude Egypte teksten werden opgeschreven.
kleitablet: Plak klei waarin tekens werden aangebracht waardoor een boodschap kon worden vastgelegd en overgebracht. Op kleitabletten werd in spijkerschrift geschreven.
vorst: Iemand die als enige in een land de macht heeft of een bepaald besluit.
staat: Een gebied waarin de mensen volgens de wetten leven en een bestuur hebben.
stadstaat: Kleine staat die bestaat uit een stad met de omgeving eromheen.
koning: Vorst die zegt dat God zijn familie heeft uitgekozen om te regeren en die daarom zijn macht doorgeeft aan zijn zoon of dochter als een erfenis.
inscriptie: In steen gebeitelde opschrift.
offer: Geschenk aan God of de goden om iets te vragen of om God of de goden te vereren. Iets wat je vrijwillig weggeeft.
bestuur: Leidinggeven aan een land of een bedrijf; aanwijzingen geven voor hoe dingen moeten worden gedaan.
ambtenaar: Iemand die werkt in dienst van een staat, of in dienst van het hoofd van zo'n staat, die in dienst van het hoofd van zo'n staat, die in dienst van een koning.
wet: Algemene regel die geldt voor iedereen in het land omdat die door de regering is vastgesteld.
rechtspraak: Rechtvaardig oplossen van ruzies. Als twee mensen ergens ruzie over hebben, wijst de rechtspraak aan wie er gelijk heeft. Als iemand ruzie heeft met de regering doordat hij iets verkeerd heeft gedaan, beslist de rechtspraak of hij schuldig is en welke straf hij verdient.
priester: Iemand die contact met de goden of God onderhoudt, bijvoorbeeld door offers te brengen.
plechtigheid: Serieus en officieel iets doen, met indrukwekkende woorden en dingen die je laat zien, bijvoorbeeld deftige kleding.
handhaven: Zorgen dat iets volgens de regels gaat en verloopt zoals het moet. Bijvoorbeeld: een leraar moet in zijn klas de orde handhaven.
farao: Vorst van het oude Egypte, van wie werd gedacht dat hij een god was.
macht: Vermogen om anderen te laten doen wat jij wilt, ook als ze dat uit zichzelf niet willen.
rijk: Groot veroverd gebied waarin verschillende volken samenwonen en dat overheerst wordt door de veroveraar.
onderwerpen: Iemand die alle macht alleen uitoefent zonder naar iemand anders te luisteren.
belasting: Verplichte geldbetaling aan de regering waarmee een land nodig heeft, zoals scholen, wegen, ziekenhuizen, enzovoort.
monument: Gedenkteken, vaak een zuil of steen of standbeeld, dat is opgericht om ergens aan te herinneren of aan iemand te herinneren. Een moment kan ook een gebouw uit het verleden zijn dat mensen willen bewaren.
willekeur: Doen wat je maar wilt zonder je aan regels te houden.
wereldwonder: Iets wat in de hele wereld bekendstaat als iets heel bijzonders.
ballingschap: Gedwongen verblijf buiten je eigen land, waarna je niet kunt terugkeren.
ontcijferen: Iets wat geschreven is en in onleesbaar of onduidelijk schrift leesbaar maken, zodat je het moet lezen.
samenleving: Alle met elkaar samenlevende mensen in een land vormen een samenleving.
regering: Regering door het volk. In een democratisch land wordt naar de inwoners geluisterd en in hun stem belangrijk, bijvoorbeeld bij verkiezingen.
geld: Middel om te ruilen of te betalen.
oorlog: Strijd tussen twee of meer volken, vorsten of staten.
politiek: De manier waarop mensen hun stad, gebied of land regeren of besturen en dus hoe ze macht uitoefenen.