chapitre 1 - 1 vmbo/havo - salut - phrases-clés et parler - zinnen 1

chapitre 1 - 1 vmbo/havo - salut - phrases-clés et parler - zinnen 1

Woorden in deze lijst (8)

Hallo, hoe gaat het?
Bonjour, ça va?
Het gaat goed.
Ça va bien.
Ik heet Léa. En jij?
Je m'appelle Léa. Et toi?
Ik heet Noah.
Je m'appelle Noah.
Waar woon jij?
Tu habites où?
Ik woon in Parijs.
J'habite à Paris.
Heb jij een hond?
Tu as un chien?
Ja, ik heb een hond, Hector.
Oui, j'ai un chien, Hector.
Hoi Gast!