Na klar! - 4 HAVO - Eine abenteuerliche Reise - Lektion 3 Sprich mal - Redemittel

Woorden in deze lijst (14)

Origineel

Zeg het maar! Waarmee kunnen we jullie helpen?: Sagt mal! Wie können wir euch behilflich sein?
Zou je voor mij de route kunnen beschrijven van het centraal station naar het stadion?: Könntest du mir die Route vom Hauptbahnhof zum Stadion beschreiben?
Je gaat de eerste straat links en dan steek je het kruispunt over.: Du gehst die erste Straße links und dann überquerst du die Kreuzung.
We gaan te voet. Het is maar 400 meter tot aan de bushalte.: Wir gehen zu Fuß. Es sind nur 400 Meter bis zur Bushaltestelle.
Met de auto zijn we binnen drie uur bij de zee.: Mit dem Auto sind wir innerhalb von drei Stunden am Meer.
Ik blijf vanavond thuis. Ik heb geen zin om iets te doen.: Ich bleibe heute Abend zu Hause. Ich habe keine Lust, etwas zu unternehmen.
Ik verveel me nooit. Er is altijd wel wat te doen.: Ich langweile mich nie. Es gibt immer irgendetwas zu tun.
Wat vind je van dit idee? We gaan de stad in. De kermis op het marktplein begint vandaag.: Was hältst du von dieser Idee? Wir gehen in die Stadt. Die Kirmes auf dem Marktplatz beginnt heute.
In het weekend doen we een rondleiding door het kasteel.: Am Wochenende machen wir eine Führung durch das Schloss.
Ik zou graag een paar maanden in Australië willen doorbrengen en backpacken.: Ich würde gerne einige Monate als Backpacker in Australien verbringen.
Ik zou het leuk vinden om eens een ballonvlucht in Duitsland maken.: Ich würde mich freuen, mal eine Ballonfahrt in Deutschland zu machen.
Goed idee, doen we. We kunnen vast wel ergens reserveren.: Gute Idee, machen wir. Wir können bestimmt irgendwo eine Reservierung machen.
Kunt u me uitleggen hoe dat werkt en hoe duur het is?: Können Sie mir erklären, wie das funktioniert und wie teuer es ist?
Nu ben jij aan de beurt. Ik ben benieuwd wat jij hebt meegemaakt.: Jetzt bist du dran. Ich bin gespannt, was du erlebt hast.