Na klar! - 1 & 2 VMBO-KGT/HAVO - Österreich - Les 6 Ferien - Redemittel
Woorden in deze lijst (10)
Origineel
- Ik ga naar huis.
- Ich fahre nach Hause.
- Ik blijf thuis.
- Ich bleibe zu Hause.
- Ik ga laat naar bed.
- Ich gehe spät ins Bett.
- Ik hoef niet naar school te gaan.
- Ich muss nicht in die Schule gehen.
- We gaan soms naar de bioscoop.
- Wir gehen manchmal ins Kino.
- Waar ga je in de vakantie naartoe?
- Wohin fährst du in den Ferien?
- Ik ga naar Denemarken.
- Ich fahre nach Dänemark.
- Ik ga naar de zee.
- Ich fahre ans Meer.
- Wat doe jij in de vakantie?
- Was machst du in den Ferien?
- Ik ga vaak naar mijn vrienden.
- Ich gehe oft zu meinen Freunden.