gs pk2

2keer geoefend
Woorden in deze lijst (28)
Origineel
- Wat zijn grootgrondbezitters?
- Iemand die veel grond bezit en daardoor erg rijk en machtig is.
- Wat zijn proletariërs?
- Een romeinse burger die arm was en afhankelijk was van de steun van de rijken en machtigen.
- wat is de elite?
- Groep van rijkste en machtigste personen in een samenleving.
- wat zijn de gladiatorenspelen?
- In een speciaal gebouwde stadions vochten beroepskrijgers met elkaar en met wilde dieren op leven en dood (een soort show).
- 2)Leg uit welke grote economische veranderingen in de tijd van de Romeinse Republiek plaatsvonden op het Romeinse plattenland
- de opkomst van grote landbouwbedrijven die draaiden op slavenarbeid.
- 2)Leg uit welke gevolgen de veranderingen op het Romeinse platteland hadden voor de steden
- snelle groei, een toename van het aantal arme stadsbewoners (proletariërs) en toenemende druk op de voedselvoorziening.
- 2)Geef een beschrijving van de positie van slaven en vrouwen in de Romeinse samenleving
- Slaven hadden in het Romeinse Rijk wettelijk gezien geen rechten en waren eigendom van hun meesters, terwijl vrouwen, hoewel ze niet stemden, meer rechten hadden dan vrouwen in andere antieke samenlevingen en hun sociale positie sterk afhing van hun rang.
- villa
- Een huis van een grootgrondbezitter op het platteland
- 1)Beschrijf hoe de Romeinse republiek ontstond en hoe het bestuur daarvan werkte
- De Romeinse Republiek ontstond in 509 v. Chr. na de verdrijving van de laatste koning, en werd bestuurd door een complex systeem van magistraten, de senaat en volksvergaderingen, met de macht verdeeld en gecontroleerd om te voorkomen dat één persoon te veel macht kreeg.
- 1) Leg uit hoe het Romeinse rijk uitgroeide tot een wereldrijk
- door militaire expansie, het aangaan van bondgenootschappen en het absorberen van andere culturen.
- 1) Noem de belangrijkste verschillentussen het bestuur in de Romeinse Republiek en dat van het Romeinse Keizerrijk
- de Romeinse Republiek werd bestuurd door gekozen vertegenwoordigers zoals de senaat en consuls, terwijl het Romeinse Keizerrijk werd geregeerd door een erfelijke keizer die de meeste macht had.
- Republiek
- Een land waar geen koning of keizer aan het hoofd staat.
- senaat
- Een vergadering die de Romeinse Republiek bestuurde. De leden kwamen uit de rijkste en belangrijkste Romeinse families.
- consul
- Belangrijkste bestuurder en legeraanvoerder in de Romeinse Republiek
- vetorecht
- Het recht om een beslissing tegen te houden.
- Romeinse Rijk
- Groot gebied dat ongeveer 300 v.C. tot 1450 n.C. heeft bestaan. Toen het rijk rond 200 n.C. op zijn grootst was, omvatte het delen van Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten.
- Burgerrecht
- Romeinse burgers hadden bepaalde voorrechten, zoals het recht om niet zonder proces te worden veroordeeld
- Keizer
- Hoogste bestuurder in het Romeinse Rijk
- Pax Romana
- Een lange periode van rust en vrede in het Romeinse Rijk in de 1e en 2e eeuw n.C. (letterlijk: Romeinse vrede)
- dictator
- Alleenheerser
- 3)Noem enkele kenmerken van de Romeinse cultuur
- de polytheïstische religie, een geavanceerde rechtssysteem, de invloed van Griekse kunst en architectuur, en de praktische Romeinse bouwkunst
- 3)Leg uit hoe de Grieks-Romeinse cultuur zich verspreidde en welke gevolgen dat had voor de Germaanse cultuur
- De Grieks-Romeinse cultuur verspreidde zich via veroveringen, handel en kolonisatie, wat leidde tot een proces van Romanisering. Gevolgen voor de Germaanse cultuur waren een fusie van tradities en bestuur, waarbij Germanen Romeinse elementen overnamen maar ook hun eigen identiteit behielden, vooral op het snijvlak van het Romeinse Rijk en Germaans gebied.
- 3)Beschrijf hoe het Romeinse Rijk tot zijn einde kwam
- Belangrijke oorzaken waren interne problemen zoals politieke instabiliteit en economische crisis, de splitsing van het rijk in een Westelijk en Oostelijk deel, en externe druk door de migratie van "barbaarse" volkeren.
- Romeins recht
- Wetten in het Romeinse Rijk
- Germanen
- Verzameling volken die oorspronkelijk in het gebied van Duitsland en Nederland leefden, zoals de Friezen en de Bataven
- West-Romeinse Rijk
- Deel van het Romeinse Rijk dat vanaf de 4e eeuw vanuit Italië werd bestuurd en in 476 ten onder ging
- Oost-Romeinse Rijk
- Deel van het Romeinse Rijk dat vanaf de 4e eeuw n.C. vanuit Constantinopel werd bestuurd. Dit rijk bleef bestaan tot 1453
- Volksverhuizingen
- Grote verplaatsing van volken vanuit Noord- en Oost- Europa naar het zuiden en westen (in de 4e en 5e eeuw n.C.