Neue Kontakte - Lehraufgabenbuch - 5 vwo - Umwelt und Konsum - Wortschatz und Sprechen D

Woorden in deze lijst (60)

Origineel

het afval: der Müll
de klimaatbescherming: der Klimaschutz
de klimaatverandering: der Klimawandel
de milieubescherming: der Umweltschutz
het nadeel: der Nachteil
het voordeel: der Vorteil
het effect: die Auswirkung
het gevolg: die Folge
de maatregel: die Maßnahme
de milieuvervuiling: die Umweltverschmutzung
het onderzoek: die Untersuchung
de ontwikkeling: die Entwicklung
de oorzaak: die Ursache
de productie: die Produktion
de statistiek: die Statistik
de temperatuur: die Temperatur
de verbetering: die Verbesserung
de verpakking: die Verpackung
de verspilling: die Verschwendung
de windkracht: die Windkraft
de zonne-energie: die Solarenergie
het gedrag: das Verhalten
het plastic: das Plastik
het vervoermiddel: das Verkehrsmittel
de wet: das Gesetz
de duurzame energie: die erneuerbaren Energien
de kleding: die Kleidung
de levensmiddelen: die Lebensmittel
afval scheiden: Müll trennen
afzien van: verzichten auf
besparen: sparen
bewijzen: beweisen
eisen: fordern
gebruiken: benutzen
laten zien: zeigen
nagaan: bedenken
overheersen: überwiegen
produceren: produzieren
reduceren: reduzieren
smelten: schmelzen
stijgen: steigen
veranderen: ändern
veroorzaken: verursachen
verspillen: verschwenden
voorkomen/vermijden: vermeiden
weggooien: wegwerfen
zich bezighouden met: sich auseinandersetzen mit
zich inzetten: sich einsetzen
zinken: sinken
dringend: dringend
duurzaam: nachhaltig
geschikt: geeignet
milieu belastend: umweltschädlich
milieu vriendelijk: umweltfreundlich
(on)nodig: (un)nötig
schadelijk: schädlich
verantwoordelijk: verantwortlich
voldoende: ausreichend
vrijwillig: ehrenamtlich
maar (na ontkenning): sondern