Neue Kontakte - Lehraufgabenbuch - 4 HAVO - reisen - Wortschatz und sprechen I
Woorden in deze lijst (44)
Origineel
- de fietsverhuur
- der Fahrradverleih
- het identiteitsbewijs
- der Ausweis
- de parkeerplaats
- der Parkplatz
- de reisgids
- der Reiseführer
- de reiziger
- der Reisende
- het uitstapje
- der Ausflug
- de aankomst
- die Ankunft
- de krant
- die Zeitung
- de receptie
- die Rezeption
- het retourtje
- die Rückfahrkarte
- het toilet
- die Toilette
- de verwarming
- die Heizung
- het appartement
- das Apartment
- de boot
- das Boot
- de bromfiets
- das Moped
- het drankje
- das Getränk
- de eenpersoonskamer
- das Einzelzimmer
- het formulier
- das Formular
- het pension/het restaurant
- das Gasthaus
- het reisbureau
- das Reisebüro
- de tweepersoonskamer
- das Doppelzimmer
- het verkeersbord
- das Schild
- aanbevelen
- empfehlen
- advies geven
- beraten
- contant betalen
- bar zahlen
- het doen
- funktionieren
- huren
- mieten
- invullen
- ausfüllen
- klagen
- sich beschweren
- lenen
- leihen
- op vakantie gaan
- in den Urlaub fahren
- pinnen
- mit Karte zahlen
- reserveren
- reservieren
- roken
- rauchen
- hard/luid
- laut
- zacht
- leise
- in totaal
- insgesamt
- ’s middags
- nachmittags
- netjes
- ordentlich
- ontevreden
- unzufrieden
- tevreden
- zufrieden
- toegestaan
- erlaubt
- trouwen
- übrigens
- verboden
- verboten
