Chapitre 7 - 2 vmbo gt/havo - Tous en fête - B Lire
Woorden in deze lijst (20)
Origineel
- la semaine prochaine
- volgende week
- demain
- morgen
- pendant les vacances
- in de vakantie
- presque
- bijna
- il faut
- je moet
- préparer
- bereiden,maken
- réussir
- slagen
- utiliser
- gebruiken
- penser
- denken
- organiser
- organiseren
- aider
- helpen
- inviter
- uitnodigen
- l’invitation
- de uitnodiging
- ensuite
- daarna
- tous/toutes les
- alle
- heureusement
- gelukkig
- Qu’est-ce que tu fais ce weekend?
- Wat doe jij dit weekend?
- Samedi, je vais à la fête de la musique.
- Zaterdag ga ik naar het muziekfeest.
- Avec qui?
- Met wie?
- Avec ma copine Sarah.
- Met mijn vriendin Sarah.