ZugSpitze - 5 HAVO - Schreiben - Reiseziel Deutschland - Vokabelliste
Woorden in deze lijst (50)
Origineel
- 's avonds
 - am Abend
 - ouderwets
 - altmodisch
 - op de eerste, tweede, derde, volgende dag...
 - am ersten, zweiten, dritten, nächsten Tag ...
 - spannend
 - aufregend
 - de excursie
 - der Ausflug/
die Ausflüge  - het uitzicht
 - die Aussicht
 - enthousiast
 - begeistert
 - populair
 - beliebt
 - de bergen/
in de bergen  - die Berge/
in den Bergen  - bezichtigen
 - besichtigen – er besichtigt – besichtigt
 - niets speciaals doen
 - nichts Besonderes tun – er tut – getan
 - uniek
 - einmalig
 - nieuwe dingen beleven
 - neue Dinge erleben
 - de rivier/
in de rivier  - der Fluss/
im Fluss  - met een paar vrienden/
vriendinnen  - mit ein paar Freunden/
Freundinnen  - vriendelijk
 - freundlich
 - lopend gaan
 - zu Fuß gehen – er geht – gegangen
 - een hotelkamer reserveren
 - ein Hotelzimmer reservieren – er reserviert – reserviert
 - het eiland/
op een eiland  - die Insel/
auf einer Insel  - het platteland/
op het platteland  - das Land/
auf dem/ am Land  - afgelopen jaar, week, maand
 - letztes Jahr, letzte Woche, letzten Monat
 - de mensen
 - die Leute
 - de natuur/
in de natuur  - die Natur/
in der Natur  - tussen de middag
 - zu Mittag
 - 's middags
 - am Nachmittag
 - 's nachts
 - in der Nacht
 - de zee/
in de zee/ aan zee  - das Meer/
im Meer/ am Meer  - een pauze nemen
 - eine Pause machen
 - verschrikkelijk
 - schrecklich
 - zwemmen
 - schwimmen – er schwimmt – geschwommen
 - het meer/
op het meer  - der See/
auf dem See  - zeilen
 - segeln
 - de bezienswaardigheid
 - die Sehenswürdigkeit/
die Sehenswürdigkeiten  - de wandeling
 - die Spaziergang
 - specialiteiten proeven
 - Spezialitäten probieren
 - de stad/
in de stad  - die Stadt/
in der Stadt  - op het strand gaan wandelen
 - am Strand spazieren gehen
 - de deelnemer
 - der Teilnehmer/
die Teilnehmer  - overnachten
 - übernachten
 - de overnachting
 - die Übernachtung
 - verrassend
 - überraschend
 - ongelofelijk
 - unglaublich
 - een vakantie boeken
 - einen Urlaub buchen
 - doorbrengen
 - verbringen – er verbringt – verbracht
 - een jaar, week, maand geleden
 - vor einem Jahr, vor einer Woche, vor einem Monat
 - 's ochtends
 - am Vormittag
 - het bos/
in het bos  - der Wald/
im Wald  - de caravan/
in een caravan  - der Wohnwagen/
in einem Wohnwagen  - schitterend
 - wunderschön
 - de tent/
in een tent  - das Zelt/
in einem Zelt