Lernliste Deutsch - Niederländisch
Woorden in deze lijst (28)
Origineel
- Weihnachten
- Kerstmis
- die Leidenschaft
- de passie
- traurig
- verdrietig
- im Freien
- in de open lucht
- die Leute
- de mensen
- vielleicht
- misschien
- empfehlen
- aanbevelen
- unbedingt
- per/
se/ absoluut - sich freuen auf
- zich verheugen op
- der Wald
- het bos
- das Denkmal
- het monument
- die Führung
- de rondleiding
- die Ausstellung
- de tentoonstelling
- schmutzig
- vies
- fähig sein
- in staat zijn
- fast
- bijna
- die Geschichte
- het verhaal
- die Ausbildung
- de opleiding
- es ist egal
- het maakt niet uit
- statt
- in plaats van
- jede Menge
- veel
- verpassen
- missen
- eine Art
- een soort
- anschließend
- vervolgens
- bekommen
- krijgen
- auf jeden Fall
- in ieder geval
- bedeuten
- betekenen
- täglich
- dagelijks