Na klar! 1 & 2 VMBO-GT/HAVO A - Sylt - Lektion 3 Sprich mal - Redemittel
Woorden in deze lijst (12)
Origineel
- Waar woon jij?
- Wo wohnst du?
- Ik woon in het noorden van Nederland.
- Ich wohne im Norden von den Niederlanden.
- We hebben een huis aan zee.
- Wir haben ein Haus am Meer.
- Woon je in een dorp of in een stad?
- Wohnst du in einem Dorf oder in einer Stadt?
- Ik woon in een dorp.
- Ich wohne in einem Dorf.
- Ik woon in een stad.
- Ich wohne in einer Stadt.
- In wat voor een huis woon je?
- In was für einem Haus wohnst du?
- Ik woon in een appartement.
- Ich wohne in einer Wohnung.
- Ik woon in een flatgebouw.
- Ich wohne in einem Hochhaus.
- Hebben jouw ouders het huis gekocht?
- Haben deine Eltern das Haus gekauft?
- Ja, ze hebben het gekocht.
- Ja, sie haben es gekauft.
- Nee, ze hebben het gehuurd.
- Nein, sie haben es gemietet.