Nectar - 2 vmbo-t/havo - Hoofdstuk 10 - Je verandert
Woorden in deze lijst (62)
Origineel
- acne
- puistjes door ontstekingen van verstopte poriën (mee-eters)
- aids
- seksueel overdraagbare aandoening veroorzaakt door het aidsvirus ofwel hiv. Het virus tast de witte bloedcellen aan, waardoor de afweer tegen ziekten minder wordt
- aidsvirus
- virus dat de soa aids veroorzaakt (hiv)
- biseksueel
- als je zowel op jongens als op meisjes valt
- celdeling
- één cel deelt zich in tweeën, waardoor twee nieuwe cellen ontstaan
- celgroei
- groter worden van pas gedeelde cellen
- condoom
- soort hoesje om de penis dat bij een zaadlozing sperma opvangt; het beschermt zo tegen soa’s en het voorkomt een zwangerschap
- contact
- alles wat je samen met andere mensen doet
- geestelijke ontwikkeling
- je verandert doordat je hersenen bijleren; je leert met je hoofd
- genderdysforie
- dit heb je als je gevoel en gedrag niet overeenkomen met je geslacht; mensen die dit hebben noemen je transseksueel of transgender
- geslachtsgemeenschap
- met elkaar naar bed gaan; de penis van de jongen gaat in de vagina van het meisje
- geslachtshormonen
- hormonen (regelstoffen) die het ontstaan van de secundaire geslachtskenmerken regelen
- geslachtskenmerken
- alle kenmerken die het verschil tussen meisjes en jongens duidelijk maken
- geslachtsziekte
- ziekte die je door seks kunt krijgen; wordt ook wel soa genoemd
- groeihormonen
- hormonen (regelstoffen) die groei regelen; worden gemaakt in de hypofyse
- groeischijven
- schijven van kraakbeen in de uiteinden van lange botten; de cellen in de schijven kunnen zich delen
- groeispurt
- periode van snelle lengtegroei van je lichaam in de puberteit
- heteroseksueel
- als je valt op iemand van het andere geslacht; jongens op meisjes en meisjes op jongens
- hiv
- virus dat de soa aids veroorzaakt
- hiv-remmers
- medicijnen die voorkomen dat het aidsvirus (hiv) zich snel in het lichaam vermeerdert
- homo
- zo noem je jongens (mannen) die op jongens (mannen) vallen
- homoseksueel
- als je valt op iemand van het hetzelfde geslacht; jongens op jongens en meisjes op meisjes
- hormonen
- regelstoffen die via hormoonklieren in het bloed komen en allerlei processen in je lichaam regelen
- hormoonklieren
- organen in je lichaam die hormonen maken; een hormoonklier geeft de hormonen die hij maakt aan het bloed af
- HPV
- virus dat wordt overgedragen door seksueel contact en baarmoederhalskanker kan veroorzaken
- hypofyse
- belangrijke hormoonklier die onderaan de hersenen zit; maakt groeihormoon en hormonen die het ontstaan van secundaire geslachtskenmerken in de puberteit regelen
- incubatietijd
- tijd tussen besmetting en de eerste ziekteverschijnselen
- jeugdpuistjes
- ander woord voor acne; zie bij ‘acne’
- klaarkomen
- het hoogtepunt van het fijne gevoel als je over de eikel (bij de jongen) of de clitoris (bij het meisje) wrijft
- lesbisch
- zo noem je meisjes (vrouwen) die op meisjes (vrouwen) vallen
- levensfasen
- een mensenleven kun je verdelen in acht perioden of fasen: baby, peuter, kleuter, kind, puber, jongvolwassene, volwassene en oudere
- lichamelijke ontwikkeling
- je lichaam verandert en je leert meer met je lichaam doen, bijvoorbeeld: je wordt langer en je leert fietsen
- masturbatie
- klaarkomen door jezelf te strelen; dit heet ook wel zelfbevrediging
- mee-eters
- verstopte poriën door te veel talg; je ziet ze als kleine zwarte puntjes op je huid
- normen
- regels die bij waarden horen en waarnaar je leeft, bijvoorbeeld: wat je juist wel of juist niet doet als je de waarde ‘trouw zijn’ belangrijk vindt
- oestrogeen
- vrouwelijk geslachtshormoon, gemaakt door de eierstokken; regelt het ontstaan van de secundaire geslachtskenmerken bij meisjes
- orgasme
- ander woord voor klaarkomen; zie bij ‘klaarkomen’
- poriën
- kleine gaatjes in de huid; poriën zijn de uitgangen van de talgklieren en zweetklieren
- primaire geslachtskenmerken
- geslachtskenmerken die vanaf de geboorte zichtbaar zijn, zoals de penis of schaamlippen
- puberteit
- levensfase tussen tien en zestien jaar; in deze periode worden de verschillen tussen jongens en meisjes veel groter
- receptoren
- structuren met verschillende vormen op een celmembraan; op deze plaats kunnen de hormonen zich aan hechten
- relatie
- een relatie geeft aan hoe je met iemand omgaat, dus welke vorm van contact je hebt
- secundaire geslachtskenmerken
- geslachtskenmerken die in de puberteit ontstaan, zoals baard of borsten
- seksueel overdraagbare aandoening
- ziekte die je door seks kunt krijgen
- seropositief
- het aidsvirus (hiv) zit in je bloed, maar je bent nog niet ziek
- soa
- afkorting voor seksueel overdraagbare aandoening, dat is een ziekte die je door seks kunt krijgen
- soa-test
- onderzoek door een arts om te kijken of iemand besmet is met een soa en welke het dan is
- talg
- vettige stof uit de talgklieren die je huid beschermt
- tertiaire geslachtskenmerken
- niet-lichamelijke verschillen tussen jongens en meisjes, zoals kleding en gedrag
- testosteron
- mannelijk geslachtshormoon, gemaakt in de zaadballen; regelt het ontstaan van de secundaire geslachtskenmerken bij jongens
- transgender
- vrouwen die zich man voelen of mannen die zich vrouw voelen
- transseksueel
- iemand die van geslacht is veranderd door operaties en hormoonbehandelingen
- veilig vrijen
- bij geslachtsgemeenschap een condoom gebruiken of elkaar strelen, tongzoenen, knuffelen, jezelf bevredigen of elkaar met de hand bevredigen
- vrijen
- kussen en seksueel contact hebben
- vruchtbaar
- als je je kunt voortplanten; jongens maken zaadcellen en bij meisjes rijpt elke maand een eicel
- waarden
- geven aan wat je belangrijk vindt, bijvoorbeeld ‘trouw zijn’
- zaadlozing
- als er sperma uit de penis komt; dit gebeurt bij een orgasme
- zelfbevrediging
- ander woord voor masturbatie; zie bij ‘masturbatie’
- adrenaline
- hormoon dat je maakt als je verliefd bent; hierdoor ga je onder andere blozen (wijdere bloedvaten) en gaat je hart sneller kloppen
- dopamine
- (belonings)hormoon dat je maakt als je verliefd bent; dopamine heeft invloed op het ‘beloningscentrum’ in de hersenen
- feromonen
- signaalstoffen die onder andere in je zweet zitten; een ander vangt dat op met het feromoonorgaan in de neus. Dieren gebruiken feromonen om een partner te lokken en bij mensen spelen ze een rol bij verliefd worden
- oxytocine
- hormoon dat je maakt bij knuffelen en vrijen; oxytocine zorgt voor een band tussen mensen